249
het z.i. niet mogelijk lijkt vol te houden,,, dat er bij koop en ver
koop geen daartoe strekkend bindende overeenkomst plaats heeft;
al willen we zeker graag aannemen, dat de Inlander over liet al
gemeen dit niet beseft en vooral van de juridische kwesties, welke
daaraan verbonden zijn, niets begrijpt". Even verder zegt hij:
„Er bestaat dus bij koop en verkoop ook tusschen Inlan
ders, of ze zich daarvan bewust zijn of niet, wel dege
lijk een overeenkomst. Van V.V.'s adatregel betreffende dit
onderwerp blijft dan alleen over, dat het recht op het gekochte
eerst tot stand komt door de overdracht: doordat de verkoo-
per het den kooper overdraagt. Aangenomen dat dit juist is,
dan stemt de adat in dezen geheel overeen met de bepaling
van art. 1459 Ind. 1495 Ned.) B.W., dat de eigendom
van het verkochte goed niet eer overgaat tot den kooper, dan
nadat de levering daarvan is geschied. Niettemin wordt t.a.pl.,
„Miskenningen" blz. 54, geklaagd over het opdringen
van „het westeuropeesche systeem".
We hebben hier weer te doen met een overdreven neiging
tot uitsluiting van het Westersche recht, die er toe leidt, met
miskenning van hooger algemeen recht, voor het adatrecht
iets afzonderlijks te willen ontdekken, al moet dit ingekleed
worden in een alleen door onbegrijpelijkheid van het algemeen
Westersch begrip afwijkende bepaling, dat verkoop is een
(manier van) overdracht zonder overeenkomst."
De tot oordeelen bevoegden zijn het dus niet eens, maar on
tegenzeggelijk valt in de jurisprudentie in den laatsten tijd meer
en meer een voorliefde voor de Leidsche leer te bespeuren.
De hierboven vermeide zienswijze betreffende de tegenstelling
westersch recht adatrecht komt ook tot uiting bij een tweetal
vonnissen, gewezen naar aanleiding van niet ontruiming door ver-
kooper van het verkochte onroerend goed.
In het eerste geval komt de uitspraak op het volgende neer 1
„Het reeële karakter van de adatrechtelijke kooptransactie van
grond staat aan een door den kooper gevorderde ontbinding van
de gesloten transactie wegens bezitsstoornis door den verkooper
in den weg.
blz. 176; Vonnis Raad van Just, te Batavia van 6-5-1938hooger beroep
van Landraad Kotaboemi.