251 Op deze gronden vorderde eischer: Primair: voor recht te verklaren, dat de litigieuse gronden tot de onverdeelde nalatenschap van wijlen Bok Mentis behooren en de huidige occupanten te veroordeelen die gronden te ontruimen en ter vrije beschikking van eischer te stellen ter fine van schei ding en deeling onder de erfgenamen van voornoemde Bok Mentis. Subsidiair: 4e gedaagde te veroordeelen terzake van het on rechtmatig verkoopen dier gronden aan de erfgenamen van Bok Mentis te betalen een geldsbedrag, gelijk aan de opbrengst dier gronden bij bedoelde verkooping. De landraad overwoog: dat waar le, 2e en 3e gedaagden op een volkomen regelmatige w ij z e aan de gron den in geschil gekomen z ij n en van kwade trouw hunnerzijds niet b 1 ij k t, immers nergens blijkt, dat zij bij hun transacties eenig redelijk vermoeden zou den hebben, dat de gronden in geschil tot de onverdeelde nalaten schap van Bok Mentis behoorden, z ij in hun bezits rechten op die gronden rechtens behooren te worden gehandhaafd en beschermd tegen over de aanspraken van de erfgenamen van Bok Mentis en voorts, dat waar (uit het bovenoverwogene) duidelijk blijkt, dat be doelde openbare verkooping onbevoegdelijk was geschied, immers de gronden in geschil behoorden tot de nalatenschap van Bok Mentis en niet tot die van Alnasan en die verkooping te wijten was aan een onregelmatige handeling van 4e gedaagde, de Land raad termen vindt het subsidiair gevorderde toe te wijzen, in dien zin, dat 4e gedaagde behoort te worden veroordeeld tot vergoe ding van de waarde der gronden in geschil aan de erfgenamen van Bok Mentis. Rechtdoende ontzegde daarom de Landraad den primairen eisch en zegde den subsidiairen eisch gedeeltelijk toe. 4e gedaagde werd veroordeeld om aan eischer ter fine van scheiding en deeling onder de gezamenlijke erfgenamen van Bok Mentis te betalen de som van 240. In een naschrift constateert Prof. B. ter Haar, dat de door den Landraad aangenomen rechtsregel, dat de kooper t.g.t., die op adatrechtelijk regelmatige wijze verkreeg, als bezitter moet worden

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1938 | | pagina 72