253
in de tweede hand van wien toch o n m o g e 1 ij k ge
vergd kan worden, dat, wanneer alles u i -
t e r 1 ij k in orde is en de adatformaliteiten
in acht worden genomen, h ij nog zal t w ij -
felen aan de rechtmatigheid van zijn be
zit s v e r k r ij g i n g
dat derhalve eischeresse's recht moet worden erkend, maar
anderzijds haar verzoek, om gedaagden te veroordeelen haar die
gronden af te geven, een grove inbreuk maken zijn zou
op het te goeder trouw verworven recht van gedaagden;
dat toch op die wijze alleen gedaagden de slachtoffers zouden
worden van de bedriegelijke handelingen van den persoon, die
door haar als haar gemachtigde is achtergelaten, terwijl toch naar
recht en billijkheid de schade veroorzaakt, doordat zij bij het kie
zen van zoo'n gemachtigde, een zeer ongelukkige keus heeft ge
daan, in de eerste plaats op haarzelf dient neer te komen;
dat de Landraad in dit geval de eenige weg om het conflict tot
een billijke oplossing te brengen, heeft gezien in het wijzen van
een bemiddelend vonnis, waarbij eenerzijds eischeres
se's recht wordt erkend, maar anderzijds gedaagden worden scha
deloos gesteld door betaling van een geldsom door eischeres, ge
lijk aan de waarde, waarop thans het door hen geoccupeerde stuk
wordt geschat, zonder welke betaling eischeres het recht mist ge
daagden op eenigerlei wijze in hun bezit te storen;
dat een dergelijke oplossing ook in het adatrecht-systeem van
deze streek past, waar eischeres daardoor praktisch in dezelfde
verhouding tot den grond komt te staan als de bezitter van een
stuk grond, dat in „akad" aan een ander is verkocht; ook
die kan eerst het genot van den grond (terug) krijgen na betaling
van een zekere geldsom, vaak nog met de bepaling: mits binnen
een zekeren termijn;
dat de Landraad ook in dit geval gemeend heeft in het belang
van de rechtszekerheid de bevoegdheid van eischeres, om die
gronden na betaling der schadeloosstelling terug te nemen, aan
een zekeren t e r m ij n te moeten b inde n, welke
termijn echter zoo ruim gesteld moet worden, dat eischeres ge
legenheid heeft, om de daarvoor benoodigde gelden bijeen te bren-
pand