24
deren legt, zoodat de particulier tegenover het Land zijn beter
recht moet aantoonen. Hieruit volgt, dat de vragen, welke zich
naar aanleiding van artikel 520 B.W. voordoen met name ook de
vraag in hoever het al of niet onbeheerd zijn der perceelen van
belang is, buiten beschouwing kunnen en moeten blijven." x)
Reeds bij het schrijven van den Directeur B.B. van 7 April 1898
No. 1663 was bepaald, dat voor deze oud-eigendomsperceelen de
gedragslijn kon worden gevolgd als is voorgeschreven voor on
wettig bezeten gronden, welke tot het Staatsdomein behooren.
Sedert 1898 zijn er veel perceelen „tanah onbekend" opnieuw
in eigendom uitgegeven.
Het bovengenoemde arrest en het schrijven van den Directeur
B.B. doelde op die „tanah onbekend", welke door Europeanen en
Vreemde Oosterlingen in bezit zijn genomen.
De uitgifte in individueel bezitsrecht (milik) werd geregeld bij
Gouvernementsbesluit van 14 Juli 1916 No. 18 2), waarbij werd
bepaald:
1 e. Den Resident te machtigen om, in overleg met den Directeur
van Binnenlandsch Bestuur den Inlandschen occupanten van
tot domein van den Lande behoorende op de hoofdplaatsen
Batavia en Meester-Cornelis gelegen gronden, waar
onder die van aldaar gelegen zooge
naamde onbeheerde perceelen, kosteloos
het erfelijk individueel bezitsrecht op die gronden toe te
kennen, voorzoover:
a. zij te kennen geven daarvoor in aanmerking te willen
komen.
b. zij zelf, dan wel anderen van wie die gronden op recht
matige wijze door erfenis, overdracht als anderszins op
hen zijn overgegaan, die gronden reeds van o u d s occu-
peeren een en ander ter beoordeeling van genoemd be
stuurshoofd.
c. geen plannen bestaan om die gronden te bezigen voor
eenig werk van algemeen nut of voor eenig openbaar
doeleinde met opdracht van genoemden gewestelijken
bestuurder om van voormelde toekenningen aanteekening
te doen houden in afzonderlijke, daarvoor aan te leggen
D Nota Nolst Trenité voormeld.
2) Dit besluit is vervangen door dat van 15 Juni 1931 No. 38, zie blz. 27 e.v.