48
Het terzake behandelde omtrent de meetbrieven is een eerste
stap in de richting van vereenvoudiging en deze aangelegenheid
kan op zich zelf behandeld worden, daar zij geen verband houdt
met andere voorstellen tot vereenvoudiging van de Kadastrale
boekhouding, welke in studie zijn genomen.
Op grond van het vorenstaande neem ik de vrijheid UHEG be
leefd in overweging te geven een voorstel te doen tot intrekking
van het Gouvernementsbesluit van den 18 April 1877 No. 11 en
tot het in het leven roepen van nieuwe voorschriften voor de op
making van meetbrieven door het Kadaster overeenkomstig het
hiernevens aangeboden concept Gouvernementsbesluit".
De nota leidde tot het reeds eerder gememoreerde rapport Po
lak dat duidelijk aantoonde, hoe Wiemans in de verkeerde ver
onderstelling leefde, dat S. 1842 - 17 nog steeds van toepassing
was voor kadastrale afdeelingen.
Doch uit de door hem in de bijlagen gegeven modellen blijkt ook,
dat men vrijwel in geheel Nederlandsch-Indië sinds 1897 overal was
afgeweken van art. 2 van S. 1880- 147. Met hoeveel goeden wil
ook bezield, kan men in de meetbrieven, nadien opgemaakt van
binnen kadastrale afdeelingen gelegen perceelen, met niet dan de
grootste moeite een extract van het kadastrale plan" herkennen.
Besluit.
Sinds het optreden van Wiemans nam het streven om terug te
keeren tot het oude kadaster eer toe dan af; het was soms alsof
er geen nieuwe kadastrale wetgeving bestond. En toch ondergin
gen tot op heden de voorschriften, dateerend uit het tijdvak 1874
1880 geen principieele wijziging. De Indische steden en belang
rijke nederzettingen beschikken nog steeds over een dubbel ka
daster.
Hier weer te geven, hoe het Kadaster zich onder de nieuwe
wetgeving verder ontwikkelde, gaat echter buiten dit artikel om.
Alleen nog dit: mochten de huidige plannen betreffende een
algeheele herziening der kadastrale wetgeving werkelijkheid wor
den, dan zal van Verstijnens opzet weinig meer overblijven.
Is dan alle werk van dien ijveraar voor een goed kadaster ver-
geefsch geweest? Die vraag zou ik willen beantwoorden met het-
1) Zie blz. 204 c.v. van den vorigen en blz. 35 van dezen jaargang.