56
tingen ten behoeve van cultuurtechnische werken alsook metingen
voor bouwtechnische doeleinden, voor openbare werken en mijn
bouw.
Met betrekking tot zijn opleiding komt het wenschelijk voor,
dat de landmeter een zoo hoog en uitgebreid mogelijk onderwijs
ontvangt en minstens 3 jaren studeert, daarna examen doet om na
voldoende praktijkervaring een tweede (slot)examen af te leggen,
ten einde te komen tot een corps, dat uitsluitend bestaat uit gedi
plomeerde landmeters.
De bescherming van het beroep zal daarin bestaan, dat het
beroep van landmeter alleen door als zoodanig erkende personen,
die de voorgeschreven examens hebben afgelegd, wordt uitgeoe
fend, nadat zij door den Staat of een erkende Organisatie tot de
uitoefening zijn toegelaten.
5e Commissie:
Deze achtte het noodzakelijk, dat ieder landmeter zich in zijn
land bij de aldaar bestaande vakorganisatie aansluit.
Tot slot volgt hier de toespraak, die Z.H. de Paus hield ter
gelegenheid van een audiëntie, welke Z.H. aan een aantal deel
nemers verleende en waarbij Hij o.m. zeide, dat
„de familie van landmeters hier door 22 naties vertegenwoor
digd is, hetgeen de wederzijdsche waardeering en de wereldvrede
bevordert. Het beroep van den landmeter is altijd belangrijk ge
weest, vanaf zijn jeugd heeft hij zijn schoonste uren doorgebracht
met de studie der „geometrie". Evenals de astronomie de diepten
van het hemelgewelf tracht te doorgronden, zoo streeft de land
meetkunde naar een grootere kennis van de aarde en de werken
der schepping.
Het beroep van den landmeter is een van de schoonste en nut
tigste beroepen, daar het nauw verbonden is met natuur en aarde".
Red.
UIT ANDERE TIJDSCHRIFTEN.
Iets over de vereffening van gestrekte veelhoekstrekken.
In het landmeetkundig tijdschrift „Journal des Géomètres ex
perts et Topographes francais", Septembernummer 1938 blz. 409
e.v. staat een verhandeling van Ray Martin, die onze aandacht