57
heeft gehad. Het aansluitingsprobleem van gestrekte veelhoeks-
trekken is er in behandeld, t.a. waarvan de schrijver een gra
fische methode heeft ontworpen. Het artikel is bovendien nog in
zooverre interessant, dat daarin een resumé is gegeven van eenige
methoden, die doorgaans worden gevolgd en tevens de daaraan
verbonden bezwaren zijn opgesomd Zoodoende hebben wij
gemeend het een en ander verscheidene gedeelten in beknop-
ten vorm te moeten overnemen.
In zijn algemeene beschouwingen zet de schrijver uiteen, dat
de in Frankrijk meest gebruikelijke methode bestaat uit een voor
afgaande verbetering der gemeten hoeken, waarna de gedeeltelijke
coördinaten der veelhoekszijden voorloopig worden vastgesteld.
Ten slotte ondergaan dan genoemde zijden een coördinaten-in
deeling, welke evenredig is aan de betreffende gemeten lengten.
Schrijver geeft toe, dat deze eenvoudige en snelle methode ge
woonlijk bevredigende uitkomsten oplevert, doch veroordeelt die
t.a.v. gestrekte trekken.
In de theoretische uitwerking worden de aansluitingspunten
„foutloos" verondersteld, terwijl de trek als wezenlijk gestrekt
(hoeken van 180°) wordt aangenomen met polygoonzijden, die
alle even lang zijn. Voor een treklengte L met n zijden bedraagt
de lengte van iedere zijde
n
In figuur 1 is zoo'n trek afgebeeld, die het uitgangspunt heeft
in S en eindigen moet in n.
Bedragen de gemaakte
fouten in S, 1, 2 enz.
(uitgedrukt in radialen), zoo
zullen deze fouten afwijkin
gen in het eindpunt n te
weeg brengen, die in abso
lute waarde afgebeeld zijn als nr (afwijking door de fout in S),
rs (alsvoren in 1), st (alsvoren in 2) enz. De resulteerende mid-
Fig. 1.
Den lezers, die het oorspronkelijke artikel wenschen te bestudeeren, zij
erop gewezen, dat in de teekeningen verscheidene onjuistheden zijn ge
slopen, die lang niet alle door errata-aanteekeningen zijn geredresseerd,
terwijl ook de uiteenzetting onder C ten le op blz. 413 theoretisch on
juist is.