63 en met in acht neming van (III): pp" p'p" p'p =- a' De maximale afwijking bedraagt hier dus het vierde deel van de sluitfout. Voor n 8 heeft men: P'P a'N zoodat men vindt: 4_X5 8X9 a X 0,3 PP" a'N X (0,5 b) c) 0,3) a'N X 0,2 of wel 1/5 van de sluitfout. Deze waarden toonen aan, dat de afwijking niet altijd onbelangrijk is. Schrijver begint dan zijn systeem te ontwikkelen en stelt voor op, dat a) de veelhoekstrek practisch als een gestrekte trek kan worden opgevat, de sluitfout van de trek, waarin geen hoekindeelingen hebben plaats gehad, binnen het interval der tolerantie-ellips" komt te liggen, de fout, die door eenvoudige trekomzwaaiing begaan zou worden, dusdanig is, dat die niet verwaarloosd mag worden. Het systeem komt dan neer op het bezigen van een drietal gra fieken, (hoekcorrecties, lineaire correcties en assenverschuiving), aan de hand waarvan de AX en AY in elk standpunt snel ingedeeld kan worden. Zij (zie figuur 6) Ade richting der in te deelen trek, n' het berekende eindpunt, n het ware eindpunt ten opzichte van n' vol gens het assenstelsel XOY. Het een en ander moet op een groote schaal (b.v. 1 a 10) zijn ingetee- kend. Zij voorts n" de projectie van n op de richting A Het komt er nu op aan, om van uit n" de lijn n"n in stukken te verdeelen, zoodanig, dat n"l, n"2, n"3 enz. de zijde- lingsche verplaatsingen voorstel len, die de hoekpunten 1, 2, 3 N N N N VooT-/aof)/j Aerekenc/ Schaal /-./O Fia. 6. cnc/pvn/

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1939 | | pagina 67