65
Het gebruik ligt voor de hand. De grafiek moet zoodanig ge
plaatst zijn, dat de lijn n"n evenwijdig loopt aan XX'; door op
schuiving kan het punt n" tot samenvalling gebracht worden met
de straal PO en het punt n met de ne straal. (In figuur 7 is voor
n 7 genomen; vandaar dat de 7e straal tot samenvalling is ge
bracht). Op deze wijze komt de verdeeling van n"n tot stand.
Voor de indeelingen, die verband houden met de lineaire waar
den is een grafiek met een
voudige proportie-verdeeling
noodig. (Zie figuur 8). Men
verdeelt een lijn XX' in hecto
meters (uiteraard verkleind
volgens een oordeelkundig ge
kozen verhoudingsgetal). We
derom wordt een projectie
centrum P aangenomen, waar
uit een serie stralen getrokken
wordt. Het gebruik van deze
grafiek geschiedt ongeveer op
dezelfde wijze, als hierboven is aangegeven. (In figuur 8 is uit
gegaan van een treklengte van 7,5 hectometer).
De grafiek voor de assen
verplaatsing bestaat uit een
eenvoudige ruiteering, zooals
die in figuur 9 is aangegeven.
De schaal dezer ruiteering
moet dezelfde zijn als die voor
de lengte van n"n en n"n'.
Nadat men het centrum der
ruiteering heeft laten samen
vallen met het punt n', kunnen
punt voor punt de co-
ordinaten-wijzigingen worden
afgelezen.
Schrijver licht zijn systeem met een practisch voorbeeld toe, af
gebeeld in figuur 10. Deze figuur stelt een te vereffenen knooppunt
voor, waarin drie gestrekte trekken I, 11 en III samenkomen.
vf
Fig. 8.
71
7
i
4
A
X
d^
72
s
A
Y
Fig. 9.
Sc haat f'.fO