66 De eindpunten dezer trekken (Oj, 02 en 03) zijn tevoren bere kend, zonder de hoeken vooraf te corrigeeren. Vervolgens worden de drie tolerantie-ellipsen gecon strueerd en het aan te houden punt P vastgesteld. De lineaire en zijwaartsche uitwijkingen zijn alsdan voor iederen trek bekend, Fir/. 10. indien men de drie loodlijnvoet- punten n1; n2 en n3 bepaalt. De optredende sluitfouten t.o.v. P worden op een calque overgeno men, waarop tevens de trekrichtingen moeten worden aangegeven. Men benut ten slotte: le. de grafiek der hoekindeelingen. (Dit gebeurt driemaal). 2e. de grafiek der lineaire indeelingen. (Eveneens driemaal). 3e. de ruitengrafiek, om de coördinaatwijzigingen te bepalen. (Ook driemaal). Schrijver betoogt, dat de gezamelijke bewerkingen snel geschie den. Zijn de grafieken eenmaal op stevig papier of carton vervaar digd, zoo zullen 8 tot 10 minuten noodig zijn, om de indeeling van drie trekken van een twaalftal zijden vast te stellen. Het duurt niet merkbaar langer dan den tijd, die voor de rechtstreeksche indeeling op X en Y noodig is en schrijver meent, dat het vorenomschreven systeem rationeeler uitkomsten oplevert. Ten slotte merkt schrijver nog op, dat de grafieken van figuur 7 en figuur 8 gezamenlijk tot één teekening kunnen worden ver- eenigd. In het volgend nummer zullen wij op deze kwestie terugkomen en de consequenties van het systeem naar voren brengen. L. F. L. B. PROSPECTI. Van de firma Carl Zeiss te Jena ontving de Redactie onderstaan de brochures: le. Geo. 203. Dr. W. Scheller: Erfahrungen mit dem Reduk- tions-T achy meter Bosshardt-Zeiss „Redta".

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1939 | | pagina 70