70
„Er is dus een zij het schrale oogst op wetgevend gebied,
nraar toch hadden wij het recht te zeggen, dat ons stelsel van
onroerend goed vrijwel ongerept is gebleven. En dit zal nog wel
eenigen tijd zoo blijven. Van sterken aandrang tot hervorming
bemerkt men in den laatsten tijd weinig meer. Men heeft zich aan
de onvolkomenheden der wet aangepast. Door de nauwgezet
heid, waarmee de meeste notarissen werken, wordt menige bron
van onzekerheid verstopt. Bij de hypotheekbewaarders ziet men
een ernstig streven om zooals een hunner, Mr. J. H. Jonas, het
uitdrukte in zijn rede L ij d e 1 ij k h e i d, gehouden op 12 October
1936 bij de aanvaarding van het Ambt van Lector aan de Tech
nische Hoogeschool ondanks ons negatieve publiciteitsstelsel
den inhoud der registers voor zoover mogelijk in overeenstemming
te brengen en te houden met den waren rechtstoestand. Dit stre
ven, gepaard aan een zuivering van het kadaster van vele fouten,
hebben de betrouwbaarheid der inlichtingen, die de kantoren van
de hypotheken en het kadaster geven, verhoogd. Het gevaar van
de werking van ontbindingsacties tegen derde verkrijgers is ver
minderd, doordat op instignatie der hypotheekbanken in de meeste
koopakten tegenwoordig afstand wordt gedaan van de rechten uit
artt. 1302 en 1303. Ook de ruime uitlegging, aan art. 1910 B.W.
gegeven en de aanvaarding door een aantal onzer rechtsgeleerden
van de abstracte eigendomsoverdracht hebben kunnen bijdragen
om de ongerustheid voor het lot van derde verkrijgers te vermin
deren."
Hen, wier belangstelling in de rechtswetenschap iets verder
reikt dan de enkel met het kadaster nauw verwante zaken, kan ik
ook de overige hoofdstukken warm ter lezing aanbevelen. Door het
Burgerlijk Wetboek in het middelpunt te plaatsen en van daaruit
uitstapjes te ondernemen naar de andere rechtsonderdeelen, geeft
het werk ons een helder inzicht in het algemeene systeem van het
Nederlandsche recht, dus ook van het Indische, dat, hoewel in
sommige opzichten van het eerste afwijkend, toch grootendeels
daaraan is ontleend.
Het werk is opgenomen in de bibliotheek van het Hoofdkantoor
van het Kadaster onder No. V/109 - 1676.
C. Het Burgerlijk Wetboek voor Nederlandsch-Indië, door A. E.
Prosée (Noordhoff-Kolff N.V. 1938 Batavia-C.) opgenomen
in de bibliotheek van het Hoofdkantoor van het Kadaster on
der No. V/106 - 1435.