74
In 65 wordt ten slotte de stelling geponeerd, dat de kosten van
kadaster en overschrijving in de richting werken van een ver
keersbelasting, die de verwerving van gronden juist door de min
der welgestelde lagen der niet-Inlanders belemmert.
Het is niet prettig voor den landmeter van het Kadaster derge
lijke dingen te moeten lezen. Doch wil hij recht hebben van mee
praten, dan zal hij voor alles zich op de hoogte moeten stellen
van het gebied, dat tot nu toe in Indië vrijwel onbestudeerd is
gebleven: de stadsvorming. Hij zou b.v. kunnen beginnen met zich
den inhoud van het ontwerp en de toelichting eigen te maken.
E. 75 Jaren Topografie in Nederlandsch-Indië.
Onder dezen titel verscheen ter gelegenheid van het 75-jarig
bestaan van den Topografischen Dienst in Ned.-Indië voor eenige
dagen een gedenkboek van dien dienst, waarvan ook de redactie
een exemplaar deelachtig werd. We laten hieronder de inhoud
volgen van het werkje, dat hoewel typografisch goed verzorgd,
toch niet dien indruk wekt, welken men van een gedenkboek van
dien dienst zou verwachten, al was het slechts om zijn reisbureau-
reclameachtigen omslag.
I. Inleiding. M.T. van Staveren, kolonel, hoofd van den To
pografischen dienst.
II. De geodetische en astronomische werkzaamheden: prof.
ir. J.H.G. Schepers, hoofd der Triangulatiebrigade.
III. De terrestrische opneming: H.J. de Jamaer, majoor van
den Topografischen dienst.
IV. De fotogrammetrie: A. Kint, kapitein van den Topogra
fischen dienst, hoofd der Fotogrammetrische brigade.
V. De kartografische afdeeling: dr. A.J. Pannekoek, aardrijks
kundige, wetenschappelijk leider der Kartografische afdeeling.
VI. Het reproductie-bedrijf: Th. J. Ouborg, hoofd van het
Reproductie-bedrijf.
VII. De instrumentmakerswinkel: G. Erb, burgerlijk ambte
naar belast met een officiersbetrekking.
VIII. Ht kaartenmagazijn: R.J. Jansen, burgerlijk ambtenaar
belast met een officiersbetrekking.
IX. De opleiding van het meetpersoneel: H.J. de Jamaer, ma
joor van den Topografischen dienst.