96
vindt men de trekomzwaaiing uitgedrukt in radialen. De omrekening
in het sexagesimal stelsel geschiedt op de gebruikelijke wijze en men
vindt
0.255
a X 206265" 48"
welk bedrag overeenstemt met het resultaat, hetwelk in 1 door be
rekening werd verkregen.
In dit opzicht verschaft de grafiek ons dus een eenvoudig con
trolemiddel op de primaire vereffcningsgegevcns, hetgeen volstrekt
niet onbelangrijk is
L. F. L. BERGAMIN.
KADASTER EN NAUWKEURIGHEID.
Het is een merkwaardig verschijnsel, dat belangstelling voor het
Kadaster zich in den laatsten tijd begint te vertoonen in niet-Kadas-
trale kringen.
Indien het hier de juridische zijde betrof, zou dit niets nieuws
zijner is een tijd geweest, dat de problemen der kadastrale rechts
kracht in het brandpunt der juridische belangstelling stonden. Het
opmerkelijke van dit verschijnsel is echter, dat het hier gaat om de
kadastrale techniek.
Deze kadastrale techniek is langen tijd het onbetwiste, gespeciali
seerde gebied van den kadasterlandmeter geweest.
Werd in vroegere jaren hoofdzakelijk met min of meer primitieve
hulpmiddelen gewerkt, in de laatste jaren heeft deze techniek zich
op zeer snelle wijze aangepast aan de mogelijkheden geopend door
de nieuwere principes in den instrumentenbouw.
Tegelijk met deze inwendige ontwikkeling kwam, geheel buiten
het Kadaster staande, een andere landmeetkundige techniek in een
kort aantal jaren tot een fenomenale ontwikkeling, de luchtfotogram-
metrie.
Zij werd in de jaren van haar opkomst hoofdzakelijk van belang
geacht voor kleine schaal-kaarteeringen. Nog slechts een tiental jaren
geleden kon men, zonder op veel tegenspraak te stuiten, de meening
verkondigen, dat kadaster en luchtfotogrammetrie twee onmogelijk
met elkaar te rijmen begrippen waren. We zien hier af van de uit
spraken van Boer (zie hierover ,,De lucht fotogrammetrie in Neder
land", door Prof. W. Schermerhorn, in het jubileumnummer 1934
IIO5