113 We hebben in zooverre met cle kosten dezer trianguleering geluk gehad, dat de uitkappingen tot een minimum beperkt konden worden door het ontbreken van zware begroeiingen op de aanwezige heuvel en bergtoppen. Alleen voor het punt S. 738 (G. Andjasmoro) diende een vrij zware openkapping ver richt te worden. De vegetatie is één van de vele factoren, waarmede men in de tropen sterk rekening dient te hou den. Dient een openkapping plaats te hebben dan moet niet al te veel op kosten ge zien worden, daar kleine sleuven in een minimum van tijd weder dichtgroeien en een tweede maal openkappen tijdroovend en hinderlijk is voor de eigenaren op wier grond de opcn- kappingcn plaats vinden. Daarom werden dan ook flinke, breede sleuven opengekapt. Om niet de kans te loopen, dat de merkteekenen, geplaatst in reboisseeringsgebieden, na eenige jaren gestoord zouden zijn, werd den Dienst van het Boschwezen verzocht bij een eventueele beplanting rondom den paal een ruime strook onbeplant te laten. Veel last werd in de streken om Batoe ondervonden van de ver nielzucht der toeristen. Vrijwel geen enkele stellage of pilaar werd met rust gelaten. Wat de reden van dat vandalisme moge zijn mis schien is het de ijle lucht, die hen naar het hoofd stijgt onwetend heid is het zeker niet. Om een voorbeeld te noemen werd de stellage op de Goenoeng Panderman (KP3), de berg, die de grootste attractie vormt voor de toeristen en vacantiegangers en waar vanaf men het mooiste uitzicht heeft op de geheele streek, viermaal opnieuw gebouwd. Zelfs een speciaal bordje met opschrift „verboden te storen", dat aan de stellage werd bevestigd weerhield de natuurbewonderaars niet hun vernielzucht bot te vieren. Met de bereikte resultaten dezer kadastreering kunnen we te vreden zijn. Pig-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1939 | | pagina 43