123
7
V'ri
J. G. J.
Voor afstanden van 50, 100, 150 m enz., gelden voor deze nauwkeurigheid
van 4 cm op de 100 m als waarden voor n: 0.25, 1.2.25 enz., natuurlijk
op eenheden af te ronden.
Voor andere te stellen fouten per 100 m, bijv. 1, 2, 3 en 5 cm komen
hierbij nog de factoren (y)2 (~)2 i en (y)2-
Uitgewerkt geeft dit het volgende staatje, dat geheel overeenkomt met de
in bedoeld artikel samengestelde tabel.
n
afstand
1 cm
2 cm
3 cm
4 cm
5 cm
per 100
per 100
per 100
per 100
per 100
50
4
1
1
1
1
100
4
2
1
1
150
9
4
2
1
200
7
4
2
250
6
4
300
6
350
Een dergelijke tabel is dus zeer eenvoudig samen te stellen, in verband
met de m.f. in de enkele hoekmeting van het voor de meting beschikbare
instrument. Uit de tabel is verder nog na te gaan tot welke slaglengte men
mo
kan gaan, daar de nauwkeurigheidsvergrooting ma natuurlijk niet
onbeperkt opgaat in verband met de afrondingen in de afleesnauwkeurigheid.
Indien, zooals bij deze tabel vooropgesteld, over een instrument met een
instrument met een m.f. in de enkele hoekmeting van 5CC beschikt wordt
en men daarmede een m.f. per 100 m van 1 cm zou willen bereiken, zou
men, om met een slaglengte van 100 m te willen werken, de hoekmeting in
een aantal series van (y-)2 X 1 16 moeten verrichten
Liever zullen we dan de conclusie trekken, dat het bereiken van een
nauwkeurigheid van 1 cm per 100 m onmogelijk is met een slaglengte van
100 m, doch wel te bereiken bij viermalige hoekmeting met slaglengtcn van
50 m.