131
Vordering van geappcllcerden bij hun contra-memorie 0111 appellant te
veroordeelen tot betaling van kaploon voor het kappen der boomen en van
vergoeding voor de waarde der boomen opgevat als een eisch in reconventie,
welke, als zijnde voor het eerst in hooger beroep voorgebracht, niet ont
vankelijk is.
G. Nogmaals Erfpachtsrecht Particuliere Landerijen. (Dl. 149 blz. 544 e.v.)
Vonnis R. v. J. Batavia dd. 15-7-1938.
T.a.v. het ontstaan van het erfpachtsrecht bedoeld bij Stbl. 1912-422
sprak de Raad zich a.v. uit
Uit art. 6 alinea 1 van Stbl. 1912 No. 422 mag niet worden afgeleid
dat de enkele bewerking of bebouwing van den grond voor eigen rekening
en risico door Inlander of Vreemden Oosterling zonder meer rechtsgrond
oplevert voor het ontstaan van erfpachtsrecht. Die bepaling heeft alleen
ten doel verkregen rechten te bevestigen; voor de verkrijging van erfpachts
recht is vereischt hetzij uitgifte van dat recht door den landheer hetzij
overdracht van dat recht door den daarop rechthebbende krachtens een
wettigen titel van overgang.
C. G. v. H.
IV. WONINGGIDS VOOR SEMARANG EN OMSTREKEN, 15-1-1939.
Jantje Sekuur koopt een huis
Waar blijft de rechtszekerheid?
Wij spraken dezer dagen Jantje Sekuur, de man met een pensioentje
en een duitje op de Bank. Mientje Sekuur, Jan's wettige huisvrouw, besprak
met Jan het plan om van het zakcentje op de Bank een eigen huisje te
koopen, daarbij gedachtig aan de vele bekende spreekwoorden, als„Eigen
haard is goud waard", „zooals het klokje thuis tikt, tikt het nergens", „in
eigen woning, voel ik mij koning", „Oost West, Thuis best" en dergelijke.
Zoo gezegd, zoo gedaan. Jantje weet een kennis, die naar Holland wil
gaan en in 't bezit is van een knus huisje, net geschikt voor Jan en Alien.
Na eenige bespreking komt men tot overeenstemming, Jantje teekent een
koopovereenkomst, waarbij ten minste zoo zou het groote publiek er
ovcr denken hij het perceel in eigendom??! verkrijgt. De onderhandsche
koopovereenkomst is door den kennis, die op de hoogte der wet is, opge
maakt. Jantje krijgt machtiging om het perceel te zijnen name over te
schrijven. Hij betaalt de koopprijs, omdat de verkooper op het punt staat
naar Holland te vertrekken, en Jantje denkt zich eigenaar van het perceel.
En hier begint de lijdensgeschiedenis van Jantje!
De verkooper heeft hem gezegd„ga maar met de stukken naar het
Kadaster en alles komt in orde"
Jantje woont op Pendrian, dus niet al te ver van de bij
overschrijving betrokken instanties af, en over al zijn vrijen
tijd beschikkende, besluit Jantje een gezonde wandeling te ma
ken naar het Kadaster om daar in het bezit te komen van een