138
komstige niet werd onderscheiden van het belangrijke; experimenteeren
met velerlei profielen, met velerlei verhardingsmateriaal, terwijl die proe
van elders reeds genomen waren, enz. Helaas werkt het verleden nog in
het heden na. Met name laat het kaarten-materiaal in verscheidene ge
meenten nog veel te wenschen over. De belangstelling öf het geld, öf beide
ontbraken. Erger is, dat in enkele gemeenten kaarten, die goed waren op
gemaakt, niet zijn bijgehouden en dus hun waarde grootendeels verloren
hebben.
De Commissie acht goede en op goede 1 e -
genda's gebaseerde kaarten een volstrekte
voorwaarde voor goede plannen en hecht daaraan
zooveel waarde, dat zij zelfs in enkele gevallen bereid is voor te stellen
geld van de subsidie aan te wenden om het strikt noodige kaarten-mate
riaal (eventueel met behulp van tijdelijk personeel) in korten tijd te doen
vervaardigen."
Tot de werkstukken van een kampongverbeteringsplan behooren volgens
de Commissie
a. de opnamekaart,
b. het detailplan of het semi-detailplan,
c. het project met bijbehoorende stukken.
T.a.v. de eischen, waaraan de opnamekaart moet voldoen merkt zij óp
„De in de vorige bedoelde opnamekaart moet inhouden een opname
van den bes taanden toe st and, op de schalen 1 500 of
1 1000 (desnoods in buitenkampongs 1 2000), overeenkomstig een door
het Gemeentebestuur vastgestelde, voor alle opnamekaarten eener gemeente
geldende, uniforme legenda.
Zij moet, recent bijgewerkt, aangeven:
mi n s t e n s
a. de bestaande bebouwing, inclusief de kampongbebouwing, met onder
scheiding van permanent en niet-permanent (zie ook e), en met alle
bestaande erfafscheidingen
b. de Testaande verharde en onverharde wegen en paden, inclusief niet-
afgescheiden doch geregeld gebruikte kampongpaden;
c. de voornaamste bestaande openbare afwatering en de rioleering;
d. belangrijke taluds- of andere belangrijke hoogteverschillen (zie ook g)
en voorts zoo mogelijk:
e. de nadere onderscheiding, bij a, der semi-permanente bebouwing;
f. de grondrechten en grondrechtgrenzen (eventueel op een afzonderlijke
kaart)
g. de hoogtelijnen, minstens om de 1 m.
Uit een en ander valt op te maken, dat het vraagstuk voor het Kadaster
(de vervaardiger van stadskaarten op schaal 1 500 en 1 1000 bij uitnemend
heid) van veel belang is.
Ik wil me onthouden van verder commentaar, noch de mérites van het
m.i. gedegen werkstuk trachten aan te toonen, doch ik zou belangstellenden
in het stadsvormingsvraagstuk (waarmee de kampongverbetering ten nauw
ste verband houdt) de lezing van het rapport gaarne willen aanbevelen.
C. G. v. H.