78 De Heer Martin is van meening, dat zijn systeem altijd opgaat en steeds beter is dan elke andere methode (de methode der kleinste vierkanten uitgezonderd, die naar beweerd wordt veel rekenwerk met zich brengt). Wij achten de meening van den Heer Martin on juist. Wij gaan zelfs nog verder en maken de opmerking, dat de ongerijmdheid van zijn systeem reeds dadelijk is in te zien met ge- tallenvoorbeelden, die voor het grijpen zijnDenken wij ons bijvoor beeld een gestrekte polygoonaansluiting, waarbij een zeer geringe hoeksluitfout optreedt of deze sluitfout gelijk is aan nul. Nemen wij voorts daarbij aan, dat de (toelaatbare) coördinatensluitfout tot een belangrijk bedrag opklimt. Zulke aansluitingsresultaten maken wij in de practijk herhaaldelijk mee. Passen wij nu op een dergelijke poly goon het „Martinsche systeem" toe, zoo komen wij tot zeer merk waardige resultaten. Volgens genoemd systeem toch zou de trek vloeiend „doorgebogen" worden en krijgt elke hoek eenzelfde cor rectie waardoor .de eerste polygoonzijde een richtingsverandering e ondergaat, de tweede polygoonzijde 2 e de derde 3 e enz. De laatste zijde, die een richtingsverandering n e ondergaat is zoodoende oorzaak, dat- de laatste hoek van den trek met het bedrag n e wordt gecorrigeerdHiermede is reeds bewezen, dat het „Mar- tinsche systeem" onbruikbaar is en resultaten kan opleveren, die nog slechter zijn dan die van de andere systemen, welke door den ont werper werden veroordeeld. Een ander voorbeeld, waarbij het „Martinsche systeem" eveneens niet opgaat is het navolgende. Nemen wij een gestrekten trek in gedachten, waarbij de voorloopige berekening (met onvereffende hoeken) een geringe lineaire sluitfout of de sluitfout nul oplevert, doch waarbij een belangrijke (toelaatbare) hoeksluitfout optreedt. Volgens het gepropageerde systeem zouden de coördinaatcorrecties omdat de aansluiting dadelijk verkregen is overal nul bedragen m.a.w. de voorloopige berekening wordt ongewijzigd aangehouden. Men zou dus nergens een hoekcorrectie hebben, met uitzondering van den laatsten hoek van den trek, die het geheele bedrag" van de hoek sluitfout als correctie zou verkrijgen Hoewel met deze eenvoudige voorbeelden de onbruikbaarheid van het systeem is aan te toonen, is het ons opgevallen, dat in het 3e num mer, jaargang 1939 van het tijdschrift „Journal des Géomètres experts et Topographes francais" (bladz. 121 e.v. zoomede 114 e.v.) een tweetal vervolgartikelen aan het „Martinsche systeem" zijn gewijd: een humoristische beschouwing, die met het systeem-zelf niets heeft

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1939 | | pagina 8