147
A
Z-A Z-a (i Aa)
Z-B Z-b (i Ab)
Z-C Z-c (i Ac)
C
Van punt 4 van het Resumé vervalt de ^-berekening. We veronder
stelden immers voldoende zonswaarnemingen.
Zoodat thans A overblijft, berekend t.o.v. het zwaartepunt.
De gemiddelde A wordt berekend en toegepast. Waaruit volgt, dat
na de \-bewerking de punten a, b en c i.h.a. niet zullen samen
vallen met A, B en C, aangezien i.h.a. Aa wel niet gelijk zal zijn aan
A| of Ac (Verg. het geval bij 2 aansluitingspunten waarbij steeds
samenvalling der punten A en B met a en b plaats heeft).
Na deze eindbewerking worden dus voor de aansluitingspunten
andere waarden verkregen dan de oorspronkelijke A, B en C.
Men heeft dus thans
ie. 2 stel aansluitingscoördinaten n.l. A, B en C van den T.D. en
a, b en c zvelkc zijn gecorrigeerd met de berekende A
2e. De nieuwe meting heeft correcties ondergaan (A) en wel zoo
danig, dat feitelijk aangestuurd is op een zooveel mogc-
l ij k c a a n h 0 u ding der oude punten.
Stellen wij thans de methoden A.M. en R. tegenover elkaar, al
vorens methode B ter sprake te brengen.
Het duidelijkst kunnen wij het met het volgende geval illustreeren
A, B en C zijn oude
A bc—4
aansluitingspunten (b.v.
T.D.-punten).
X <*-■
Punt X dient in het
oude stelsel te worden
berekend.
Fig. 13
Gemeten zijn de trek
ken 1 t/111 5.
Fig. 12
I X I
X
s 1
x 3
X
2