148 Bij de methode A.M., d.i. dus de methode der meetbrieven, zooals die door het middelbaar technisch personeel van het Kadaster i.h.a. steeds wordt toegepast, berekent men een gemiddelde <p (veronder steld is, dat er geen zonswaarnemingen zijn gedaan). Deze wordt toegepast voor de inrekening van X uitsluitend tusschen de punten A en C via de trekken 5 en 4, zonder A-bepaling. Is hier sprake van eenige „meest waarschijnlijke ligging" van het punt X t.o.v. A, B en C Ja en neen. Voor zoover het de richting betreft, is er wel eenigszins sprake van. Wat de afstanden betreft, is het punt X uitsluitend t.o.v. van A en C „meest waarschijnlijk" gelegen voorzoover men tenminste de rechtstreeksche indeelingen der coördinatenverschillen gelijkwaardig wil stellen aan een A-bepaling. De methode is, uit zuiver wiskundig standpunt beschouwd, een on ding, daar men bij de y>-bepaling wèl alle drie punten (A, B, C) in vloed laat uitoefenen op de nieuwe meting en verder bij de coördi naten vaststelling uitsluitend de invloed van twee punten laat gelden. Indien A-B, B-C en A-C „kloppen" laat men verder de metingen A-B en B-C, na er de y uit gedestilleerd te hebben, stiefmoederlijk buiten beschouwing. De trekken 1 en 2 worden dan uitsluitend als controle beschouwd, hetgeen uit een oogpunt van strenge vereffening uit den booze is, daar hierbij het principe is, dat er niets als „controle" wordt gebruikt, doch ieder meetgegeven in de berekening wordt be trokken als overtollige waarneming. Evenbedoéld geval volgens methode R. Hierbij ondergaan de coördinaten der aansluitingspunten eenige verandering; eveneens de nieuwe meting en de meest waarschijnlijke ligging van punt X ten opzichte van alle aansluitingspunten wordt berekend. Theoretisch is dus bij herkadast ree ring methode R verre te pre- fereeren boven methode A M, zooals hierboven is aangetoond. De praktische waarde van methode R staat ook verre boven die van methode A M. Wij willen dit nader toelichten (Zie fig. 13). Veronderstellen wij, dat het punt X verdwenen is en uitgezet dient te worden. Bij de meting blijkt, dat punt A niet meer aanwezig is, zoodat thans slechts uitgaande van de punten B en C (waarvan zekerheid b.v.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1939 | | pagina 16