158 S 247, in de sawah's ten Westen van de kampong Tjibiroe, is eveneens opnieuw verzekerd, daar de pilaar half was afgebroken en het restant scheef stond. Het midden van den ouden pilaar bij den beganen grond is overgebracht op den nieuwen pilaar en aangegeven door een kruis, gehakt in de tegels, die den pilaar afdekken. Alleen S 230 bleek te zijn aangegeven door een (ijzeren) bout in den pilaar. Het driehoekspunt KP I is gelegen in den vlaggestok op den toren van het Denisgebouw. Ter vastlegging van de standplaats voor hoek- meetinstrumcnt en heliotroop is aangebracht een schroefbout, voor zien van twee elkaar snijdende zaagsneden, in den vloer van den torentrans. De bewegelijkheid van den plaatijzeren vloer was oorzaak, dat het resultaat der meting op dit punt minder mooi wasverbetering trad op na het aanbrengen van een 3 cm dikke plank, welke over de borstwering werd gelegd en waarop het instrument werd opge steld. Centreering van het instrument boven den schroefbout was mogelijk, doordat eenige gaten in de plank waren geboord. Na het openkappen der richtingen naar S 214 en KP I op den Tangkoeban Prahoe bedroeg het aantal oriënteeringsrichtingen in S 214 drie, in S 230 één, in S 232 twee en in S 247 twee. In verband met de overweging op blz. 156 kon hiermede worden volstaan. Uit de tot dusver behaalde resultaten bij driehoeksmetingen door het Kadaster is gebleken, dat, bij gebruikmaking van den theodoliet Zeiss I, bij richtingsmeting het aantal series niet behoeft te worden opgevoerd boven acht voor het primaire, zes voor het secundaire en vier voor het tertiaire kadastrale net. Deze herhalingsgetallen der series zijn dan ook gebruikt bij de triangulatie van Bandoeng. Evenwel diende nagegaan te worden, in hoeveel series de aansluitingsrichtingen gemeten moesten worden. Hiervoor werd uitgegaan van de stelling, dat de middelbare fout "van de op het station vereffende richting een niet grootere lineaire fout van het te bepalen punt mag veroorzaken dan de lineaire middelbare fout, waarmede de meest waarschijnlijke waarde van de ligging der bekende punten is behept. Hoewel op deze stelling nog wel het een en ander valt op en aan te merken, moest er wel genoegen mede worden genomen wegens de reeds vermelde sum miere gegevens, door Dr. Oudemans in de ,,Die Triangulation von Java" over de S-punten verstrekt. Voor een goed begrip der zaak volge hier een vertaling van blz. 234 t/111 236 der „Fünfte Abtheilung" van genoemd werk.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1939 | | pagina 26