1 2 2
164
een aanwijzing in die richting geven. Immers, in het algemeen bepaalt
men geen coördinaten in cm, indien uit de meting volgt een nauw
keurigheid in nieters, doch neemt hoogstens mee dm, om de afron-
dingsfouten zoo klein mogelijk te houden. Hieruit zou dus kunnen
worden afgeleid, dat de duizendsten der secunden van de geografische
coördinaten van Oudemans zijn opgegeven 0111 grove afrondingsfouten
te voorkomen, m.a.w. de derde decimaal van die secunden verdient
geen vertrouwen, daarentegen wel de tweede. In verband met het
punt van uitgang zou dus de middelbare fout zich kunnen bewegen
tusschen o/'oos en o."oi5. Wordt de kleinste waarde aange
houden, dan is in lengtemaat voor de breedte van Java: 111 ±15
cm en my 15 cm, dus de lineaire onnauwkeurigheid in de lig-
ging van het punt w mx niy ±21 cm. Dit bedrag, volgens
een algemeen regel afgeleid, stemt zoo goed overeen met de door
Dr. Oudemans afgeleide middelbare correctie", dat daarom de
juistheid van de onderstelling werd aangenomen.
Uit eenige kadastrale metingen, voornamelijk die van Semarang,
welke de jongste was op dit gebied, werd nagegaan, dat de middelbare
fout van de op het station vereffende richting, verkregen uit een
meting in acht series, gesteld kan worden op ongeveer zb 1." Houdt
men deze waarde aan voor Bandoeng, waar als grootste lengte voor
een der driehoekszijden is gevonden een bedrag van rond 30 km, dan
zal in het eindpunt van die zijde een door de middelbare fout in de
richtingsmeting veroorzaakte dwarsuitwijking optreden van zb
1
3000000 cm 15 cm.
P
Ingevolge de stelling op blz. 158 kan dus voor aansluitingsmetingen,
aan cn op S-punten, met het vermelde instrument richtingsmeting
worden toegepast in acht series.
Bij de uitvoering van de aansluitingsmeting bleek het meten van
richtingen in volledige series echter niet goed mogelijk door de veelal
zware plaatselijke bewolking. Er moest dus worden overgegaan tot
meting van hoeken in alle combinaties der richtingen, waartoe diende
te worden afgeleid het aantal malen, dat in ieder standpunt de hoeken
moesten worden gemeten. Bij richtingsmeting zou het gewicht van
een richting, verkregen uit een enkele serie, gelijk zijn aan 1, dus dat
van een richting uit acht series gelijk zijn aan 8. Ook uit de hoek-