170 KT 17 is verzekerd door een Strauspaal in een galengan ten Oosten van den ouden weg naar Lembang, nabij het punt KQ 386, dat als aansluitingspunt voor den polygoon in de driehoeksmeting is opge nomen. Voor de quartaire kadastrale punten is afgeweken van de gebruike lijke aanduiding KQ, omdat dit verwarring zou stichtenimmers ge bruikt de Topografische Dienst die aanduiding reeds voor de punten, door het Oud Kadaster (Landrentekadaster) gemeten, voorzoover zij nog aanwezig, c.q. herverzekerd zijn. Ook een Q alleen zou vergis singen in de hand werken, daar ze dan opgevat zouden kunnen worden als quartaire topografische punten. Om geen al te zeer afwijkende aanduiding te gebruiken zijn ze QK-punten genoemd. QK 1 valt samen met Q 572, QK 2 met Q 574. QK 3 is een nieuw punt, n.l. de stang onder het lofwerk van den toren der H. Kruiskerk op den Grooten Postweg, hoek Emmalaan. Bij de keuze der KT- en QK-punten heeft vooropgestaan de wensch, een goede afsluiting van den polygoon te verkrijgen. Hoewel nog eenige KQ- en Q-punten hadden kunnen worden herbepaald, is daar van afgezien om het net der driehoekspunten niet te zeer te verdichten. Slechts KT 11 en KT 12 dienen niet voor aansluiting van den poly goon ze zijn hermeten in verband met de wenschelijkheid om, als de noodzaak zich voordoet, ook in het Zuidwesten der Stadsgemeente Bandoeng een polygoon in hetzelfde stelsel te kunnen bepalen. Behoudens de palen KQ 40, KP IX en KQ 437 (KP VII), die wegens hun tamelijk geïsoleerde ligging aan weinig gevaar van storing onderhevig zijn, zijn alle betonnen KQ-palen, welke in het driehoeks- net van Bandoeng zijn gebruikt als triangulatiepunten, verstevigd door een gemetselde fundeering. Bebouwing met pijlers is op geen der punten noodig geweest. Bij de meting der richtingen naar punten van lagere orde dan Te zijn heliotropen gebruikt of eenvoudige bamboesignalen, al naar gelang van den afstand tusschen de punten onderling. De signalen bestonden uit bamboes van rond 3 tot 4 m lengte, welke voor den aanvang van de meting loodrecht en centrisch en met behulp van drie steunbamboes boven de driehoekspunten werden opgesteld en onder bewaking ble ven, totdat de meting was afgeloopcn. Slechts in KS 5, KT 1, KT 9, KT 13 en KT 14 moest het richtpunt ook excentrisch worden opge steld, terwijl in KT 7 voor de insnijding vanuit KP IV en KS 3 een

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1939 | | pagina 38