173
De middelbare stationsfouten waren
ie groep 2e groep
KP I M zb o".9 KP I M zb P'.i De gemiddelde M is:
KP TT M zb o".8 KP VI M zb i".2 voor hel geheele net
KP Til M zb o".8 KP VII M o".7 dz o".8,
KP IV M =t o".6 KP VIII M dz o".6 voor de Te groep zb
KP V M dz o".7 o".7,
KP VI M zb (>".5 voor de 2e groep zb
KP VIII M zb o".8 c/'.g.
De sluitfouten der driehoeken bedragen in het platte vlak
ie groep 2e groep
3".i5 6".10
9". 16 3".oi
- i"44
5"-63
De middelb. fouten in de richtingen volgens de formule van Ferrero
bedragen dus
zb 2".39 en zb l".9Ó
Hieruit volgt de centreeringsinvloed
V 2.420 72 H- 2".3 en V 2.02 0.92 zb i".8
Na de vereffening was de middelb. fout in de vereffende richting:
zb 2"4Ó en zb 2".52, zoodat de aansluitingsinvloed is
V 2.4Ó2 2.392 zb o".57 en V 2.522 1.962 zb i".58
De verschillen, tusschen beide groepen in het bovenstaande tot uiting
komend, worden hoofdzakelijk veroorzaakt door het verschil tusschen
de middelb. fouten in de richtingen, bepaald uit de formule van Irer-
rero. Dit is verklaarbaar, doordat de eerste groep bestaat uit zes drie
hoeken en de tweede uit twee, zoodat de tweede groep dus een minder
betrouwbaren indruk kan geven clan de eerste.
Bij het driehoeksnet Bandoeng is de meting der richtingen van en
naar punten van de verschillende orden zooveel mogelijk gecombi
neerd. Voor het primaire net is het loonend geacht, de richtingen
daarvan te lichten uit de stationsmeting en ze afzonderlijk te ver
effenen. Vele stationsmetingen zijn dus vereffend volgens de methode
van vereffening van onvolledige series. Een opgave der bereikte mid
delb. fouten is hier niet gedaan i.v.m. de beschikbare ruimte.
7".02