178
wortels uit de bovenste verdeeling A, zoodat het geenszins noodig is
het product (s h) (s h) af te lezen.
Het meest opvallende van deze werkwijze is wel de onverwacht
groote nauwkeurigheidtot a 20 m is het resultaat, onafhankelijk
van de lengten s en h, tot in centimeters zuiver. Voor de practijk,
waar a gemiddeld ongeveer 2 111 zal zijn, kan men dus zeggen, dat-
de bewerking tot op millimeters betrouwbaar kan zijn, voldoende dus,
om niet op de rekenliniaal te behoeven te turen.
Om vergissingen te voorkomen kan nog opgemerkt worden, dat in
de beide bovenste verdeelingen de linkerhelft bestemd is voor afstan
den van 1 tot 10 m, en de rechterhelft voor afstanden van 10 tot
100 m.
Na eenige oefening zal men bemerken, dat deze methode belangrijk
sneller is dan welke andere methode van voetpuntscontróle ook.
d.J.
UIT ANDERE TIJDSCHRIFTEN.
I. PHOTOGR AMMETRIA.
Luchtkaarteering bij het Italiaansche Kadaster.
In „Photogrammctria" jaargang 1939 No. 2 werd op bladz. 66 c.v. door
l)r. Ing. Micliele Tucci te Rome een artikel gepubliceerd, getiteld: „Über die
Vortcile des Einsatzes der Luftbildmessung für Kataster-aufnahmen" en waarin
een uitgebreide toepassing van de luchtkaarteering voor het Kadaster op een
o.i. al te voortvarende wijze wordt aanbevolen.
Schrijver verwijst te dien aanzien naar de opgedane ervaringen in Italië,
welke op het navolgende neerkomen. Wat betreft de te stellen nauwkeurigheid
der resultaten is de technische zijde nauw verbonden met het kostcnvraagstuk.
De inrichting van het Italiaansche Kadaster stelt een tweevoudige taak voorop:
de eigenlijke meting en de grondtaxatie. Taxatie heeft ten doel de opbrengst
vast te stellen, die de grondslag moet vormen van de grondbelasting; de meting
is de meest tijdroovende en dus ook de kostbaarste taak en beloopt 67% van
de gezamenlijke kosten. De terrestrischc werkwijze brengt in doorsnee een
uitgave van 37,42 Lire per hectare mee.
Ten aanzien van de vraag, of al dan niet tot luchtkaarteering zou worden
overgegaan stelde de Italiaansche Kadasterdienst zich bij de proefnemingen op
het standpunt„Met behoud van de voor terrestrischc metingen voorgeschreven
foutengrenzen mogen de doorsneekosten niet hoogcr zijn dan die voor de hui
dige werkwijze". Schrijver betoogt, dat zoodanige kostenpolitick niet juist is,
aangezien door de luchtkaarteering de Kadasterkaarten ook hoogtegegevens zul
len bevatten, welke „gewichtige factor" bij de kosten vergelijking „natuurlijk"
niet uit het oog mag worden verloren. Een „geringe" percentagevermeerdering
acht schrijver daarom alleszins verantwoord en hij is van meening, dat het
Italiaansche luchtkaarteeringsinstituut zich verdienstelijk gemaakt heeft en