187
Met betrekking tot de driehoeks- en veclhockspunten lezen wij
„Op welke wijze de drie- en veelhoekspunten kunnen dienen voor de
„detailmeting, is van secundair belang; primair is de nauwkeurigheid,
„waarmede genoemde punten worden bepaald".
Omtrent het meetlijnencomplex lezen wij de navolgende belangrijke
passage
„Het meetlijnencomplex is geheel ingesteld op een zoo doelmatig mo
egelijk uit te voeren detailmeting. De meetlijnen worden daarom zoodanig
„gekozen, dat de meting van de daarin op te nemen details op de cenvou-
„digste wijze kan geschieden en zoo weinig mogelijk hinder ondervindt
„van het verkeer. Meetlijnen, schuin over een weg vallende, worden daar-
„om steeds gemeden; waar dit noodig is, wordt aan beide kanten van den
„weg of van de straat een afzonderlijke meetlijn dicht langs en zoo mo
gelijk evenwijdig aan de bebouwing of de gevellijn gekozen.
„Op welke wijze iedere meetlijn aan den meetkundigen grondslag zal
„worden verbonden is van bijkomend belang; thans is de meetlijn primair;
„deze moet in de eerste plaats aan bovengenoemde practische eischen vol-
„doen daarna eerst komt de aansluiting aan de naastbij gelegen polygonen
„aan de orde, welke aansluiting op de verschillende wijzen kan ge
schieden, die de practijk voor ieder geval wel aanwijst. Menigmaal zal
„daarvoor de voerstraalmethode worden gekozen, waarbij wordt uitgegaan
„van reeds bepaalde punten, hetzij van drichoekspunten, hetzij van de
„hoekpunten der hoofd- of secundaire polygonen. Ook kan blijken, dat
„een hulppolygoon voor deze verbinding noodig is".
Ook het onderwerp „verzekering van den meetkundigen grondslag" (kad-
steenen, draineeringsbuizen, verzekeringsboutjes e.d.) heeft de noodige aan
dacht gehad.
Uitermate belangwekkend is de klassificatie der terreinen in drie gebieden,
welke verband houden met de te stellen nauwkeurigheidsnormen:
1° resultaten met grootste nauwkeurigheid
2° id normale id
3° id geringe id
In 21 zijn deze nauwkcurigheidseischen als volgt gesteld:
„De wortel uit het gemiddelde kwadraat van de lange as van de fouten-
„ellipsen hij de bepaling van een niet te gering aantal punten 'verkregen,
„moet zijn in:
„gebied 1 3 cm;
„gebied 2 6 cm;
„gebied 3 12 cm".
De verdere indeeling van de Handleiding is als volgt. Triangulatiewerk
zaamheden c.a. zijn behandeld in 3 tot en met 16; veelhoeksmetingen in
17; detailmetingsaangelegenhedcn in 18 tot en met 20; het nauwkeurig-
heidsproblecm in §21; de kaarteering in 22; de oppervlakteberekening in
23. In 24 zijn toelichtingen gegeven m.b.t. de rekenvoorbeelden.
Wat de triangulatie betreft, zijn in 3 omtrent de richtings- en hoekme
tingen de diverse systemen met de daaraan verbonden materie en voorzorgs-