188 maarcgelen uiteengezet. Hieraan aansluitende zijn in 4 de centreeringswerk- zaamheden behandeld, terwijl in 5 (berekening van argumenten en afstanden), 6 (staat van waarnemingen en uitkomsten) en 7 (berekening benaderde coördinaten) de voorbereidingen tot de vereffening zijn terug te vinden. In laatstgenoemde zijn achtereenvolgens de methode Collins (logarith- misch), de methode Cassini en de methode der 'barycentrische coördinaten (met het rekenmachine) van het snelliusvraagstuk ontwikkeld, zoomede het systeem voor berekening der coördinaten uit voorwaartsche snijding of snij ding van twee meetlijnen. De daaropvolgende zijn gewijd aan de berekening van definitieve coördinaten, en welenkele puntsbepaling met gelijke en on gelijke gewichten respectievelijk in 8 en 9, algemeene opmerkingen t.a.v. bij zondere gevallen der puntsvereffening in 10 en dubbele puntsbepaling in 11. Voorts is in 12 de grafische puntsvereffening behandeld, een interes sant experiment van buitengewone practische beteckenis, dat wij een ieders belangstelling toewenschen. De Handleiding geeft hieromtrent de navolgende beschouwing „De groote waarde van de grafische methode is gelegen in hare „aanschouwelijkheid; zij heeft daardoor groote instructieve hoedanigheden. „Uit de sterker dan bij de rekenmethode naar voren tredende goede en „slechte zijden van een bepaald geval kunnen lessen en conclusies voor de „toekomst worden getrokken. Van direct practische beteckenis is, dat de „grafische methode de mogelijkheid biedt voor eene keuze op het oog van „het definitieve punt in de foutentoonende figuur. Reeds na enkele ge tallen, welke streng behandeld zijn, kan men zich het voldoende inzicht „eigen maken, om hiertoe over te gaan. De constructie van het definitieve „punt zooveel als die van de foutenellips, kan dan achterwege blijven, „waardoor een groote arbeidsbesparing wordt verkregen. „Men kan toch in het algemeen wel aannemen, dat een enkele cm „onnauwkeurigheid van bet te bepalen punt van geen beteckenis is. De M hierdoor toegelaten speling mag daarom zonder beswaar zoor den aan gewend voor het toelaten van een bepaling van het definitieve punt door schatting „Het is duidelijk, dat men bij die schatting ook eenigszins rekening „mag bonden met de grootere waarde van sommige richtingen, indien men „deze beter heeft kunnen waarnemen dan andere". Iets geheel nieuws voor Indië is wel de Colangentenmethode-Tlenstra, die in 13 is omschreven, en waarmede, met gebruik-making van de rekenmachine, dc vereffening en berekening van een driehoeksnet op snelle en karakteristieke wijze kan plaats vinden. Wij willen deze methode gaarne aanbevelen, omdat zij naar onze meening alleszins de voorkeur verdient boven de „klassieke" werkwijze. Mogelijk zal het begrip „barycentrische coördinaten" voor verscheidenen een onbekende klank hebben en misschien wil de redactie in het volgend nummer de gelegenheid schenken voor opname van een klein artikeltje hieromtrent. Voorloopig volstaan wij met te verwijzen naar het artikel van Prof. J.M. Tienstra, opgenomen in het Tijdschrift voor Kadaster cn Landmeetkunde, jaargang 1926 bladz. 3 e.v. Cursiveeringen grootendecls van ons.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1939 | | pagina 56