140 M.i. kan men hier echter bezwaarlijk van een „aansluiting" spreken, aangezien dit uiterste geval volkomen gelijk kan worden gesteld aan een berekening in eigen stelsel. Wil men toch een aansluiting ondanks het feit, dat men slechts één- punt gebruiken kan b.v. omdat door deze aansluiting de nieuwe meting „eenigszins op haar plaatswordt gezet in het stelsel van den T.D. zoo gebruike men voor dit ééne aansluitingspunt het zwaarte- punt van het puntensysteem. Het wil mij echter voorkomen dat in principe de aansluiting aan i punt dient te worden afgekeurd, aangezien betere methoden kunnen worden uitgedacht. Hieronder zal getracht worden op populaire wijze (de ervaring leert immers dat een streng wetenschappelijke causerie slechts door „liefhebbers" wordt gewaardeerd, terwijl hier gepoogd wordt de breede „massa" te interesseeren twee methoden, welke in ons tijd schrift plaatsing vonden, nader onder de aandacht te brengen. Deze methoden zijn die voorkomende in 1. Jaargang 1935 aflevering 2: Vereffening van uit ge petste coördina ten van de hand van steller dezes 2. Jaargang 1936 aflevering 1 Het inpassen van nieuwe metingen in oude gegevens van de hand van R. Roelofs Daarnaast stellen wij de methode van: „aansluiting zonder meer", waaronder wordt verstaan de directe aansluiting van een polygonee- ring aan vaste of T.D.-punten m.b.v. enkel een omzwaaiingsbereke- ning, zooals deze bij meetbrieven wordt toegepast (b.v. een erfpacht die aan T.D.-punten wordt aangesloten). Noemen wij deze methode kortheidshalve de Algemeene Methode of methode A.M., die van steller dezes methode B en die van R. Roelofs methode R. Wij geven thans het meest eenvoudige gevaleen trek tussehen 2 aansluitingspunten, welke trek wij overzichtelijkheidshalve door een rechte voorstellen. (Dig. 1) Methode A.M. A AA Gegevens van den T.D. -o b Gegevens der nieuwe meting.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1939 | | pagina 8