200
welk advies we publiceerden in No. 4 van jaargang 1938 van dit
tijdschrift, valt hij in zeer heftigen trant het nieuwe Kadaster
(plans en kadasternummers) aan en houdt hij een vurig pleidooi
voor het oude.
Vanuit Soerabaja (1908) werd hij benoemd tot Ingenieur der
le klasse en als zoodanig tot het hoogste kadastrale ambt ge
roepen om ten slotte in 1910 den titel te verwerven vanInge
nieur Chef van het Kadaster.
Eenmaal aan het hoofd van den Kadastralen Dienst staande,
verwezenlijkte hij voor een deel zijn hierboven genoemde denk
beelden. Eigenlijk in strijd met de bestaande wetgeving, vaardigde
hij nieuwe voorschriften uit voor de vervaardiging van land
meterskennissen en meetbrieven. Bij dit alles blijkt wederom
duidelijk zijn voorliefde voor het oude stelsel, dat gebaseerd was
op meetbrief en verpondingsnummer. In genoemde stukken staat
dan ook de aanduiding van het onderwerpelijk perceel door middel
van het verp. nr. voorop. De zoogenaamde kadastrale kenmerken
(Kadastrale afdeeling, sectie en kadasternummer) kwamen daar
door op het 2e plan te staan. Dit beteekende de genadeslag voor
het nieuwe Kadaster. Nog duidelijker komt zijn streven tot uiting
in de circulaire, waarbij hij aangaf hoe het verpondingskohier,
door hem sindsdien hoofdregister der verponding geheeten, voort
aan moest worden ingericht en bijgehouden. Dit register is vanaf
dat oogenblik het voornaamste kadastrale register geworden.
Nog steeds zijn we op „den weg terug" en binnen afzienbaren
tijd zullen we zoover zijn, dat het Kadaster van 1874 nagenoeg
tot het verleden behoort. De groote stoot daartoe echter heeft
Wiemans gegeven.
De Regeering erkende zijn verdiensten door hem in 1912 te
benoemen tot Officier in de Oranje-Nassau-Orde.
Op den 7en Mei van datzelfde jaar werd hij gepensioneerd
en opgevolgd door L. C. F. Polderman. Zooals reeds gezegd vorm
den zij beiden met den opvolger van den laatste het Kadastrale
driemanschap, waarvan Wiemans door J. H. Raeven in zijn Ka
dastrale vraagstukken in Nederlandsch-Indië 1) wordt bestempeld
als degene, die „kadastraal administratief" „het kadaster
„hier in Indië op veel hooger peil heeft gebracht".
Opgenomen in „Koloniale Studiën", Jaarg. 1925 No. 5 blz. 159 e.v.