208 Dit leidde er weer toe dat hij, die de zijde van het Kadaster gekozen had, plotseling een 4-tal landmeters van de statistieke opname boven zich op de ranglijst zag verschijnen. Dat was op zich zelf niet zoo erg geweest, ware het niet dat deze landmeters, wat hun kennis betreft nauwelijks op dien naam aanspraak kon den maken en zij bovendien allen vreemdelingen (Duitschers) waren. Een hunner nu was als chef te Bandoeng geplaatst en de overplaatsing van Soerabaja daarheen had geen ander doel dan om dien landmeter door zijn jongeren collega wat meer met het vak vertrouwd te doen geraken. Dat bleek echter niet zoo een voudig. De Bandoengsche chef was juist bezig met de berekening van het Preanger-driehoeksnet en de pas gearriveerde had tot opdracht de polygoonmeting van de kota. Toen hij naar verze kerde aansluitingspunten informeerde, bleken de coördinaten daar van nog niet vastgesteld, zoodat hij naar werk moest zoeken om den tijd door te komen. Zijn chef bleek zoo verstandig zich tot hem te wenden wanneer hij in de knoop zat met de triangulatiebere kening en vond in zijn landmeter 3e klasse aanvankelijk een ge willige vraagbaak. Dit duurde echter niet lang, want de tegenzin die de „leerling" bij e.e.a. liet blijken, deed den „instructeur" al spoedig van het geven van verdere inlichtingen afzien, 's Mans kennis werd duidelijk uit een brief van zijn directen chef te Batavia, waarin deze hem aanried blz. zooveel van „Bapernfeind" eens na te slaan Uit het Bandoengsche lijden werd landmeter Bertsch gelukkig na 9 maanden reeds verlost, want in Mei 1880 volgde zijn over plaatsing naar Probolinggo, waar de Resident reikhalzend naar hem uitkeek, aangezien aldaar 30 mantries wachtende waren op een baas, om het werk van de statistieke opname in de residentie van dien naam ter hand te nemen. Daarbij kwam dat deze heeren zich den tijd hadden trachten te verkorten en de beurs te spekken met het smokkelen van opium. De kist van den theodoliet bleek een prachtige bergruimte en geen douanebeambte kwam op het idee in den mantri met zijn instrument een opiumsmokkelaar te zien. Bij het optreden van den nieuwen chef kwam aan deze practijk spoedig een einde. Het volgende jaar had zijn promotie tot landmeter 2e klasse plaats.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1939 | | pagina 22