214 absolute waarde bekijkt. Denkt men zich t.a.v. het punt Q van figuur 3 de drie transversalen uit de oorsprongpunten getrokken, zoo is, uit de ligging der voetpunten dier transversalen, gemakkelijk in te zien dat de massa's gt en g2 tegengesteld van teeken moeten zijn. Zulks is eveneens het geval t.a.v. de massa's g3 en gt De massa's g2 en g3 zullen daarentegen hetzelfde teeken moeten hebben. Kent men der halve aan g1 het positieve teeken toe, zoo zullen de massa's g2 en g3 negatief moeten zijn, en omgekeerd. 3. Wanneer de oorsprongpunten Oj 02 en 03 in recht hoekige coördinaten bekend zijn, kunnen de rechthoekige coördinaten van elk willekeurig punt P dadelijk uit de harycentrische coördinaten worden berekend. Deze „omrekening" van barycentrische coördinaten tot rechthoekige coördinaten zal hieronder worden uiteengezet. Xas Yas Fig. 5 Veronderstellen wij (zie figuur 5), dat de coördinaten van Oi zijn Y1 en Xx die 02 Y2 en X2 jOs Y3 en X3 Volgens de gewoonte bij het Indische Kadaster laten wij de Y aan de X voorafgaan.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1939 | | pagina 28