216 Beschouwen wij daartoe figuur 4, waarin de transversalen thans bisectrices moeten voorstellen. Noemen wij de zijden en hoeken van dien driehoek als volgt 02 O3 a Z O3 Ox O2 A 03 Oi b Z O, 02 03 B 01 02 c Z 02 03 Ö1 C. De bisectrices bezitten de navolgende meetkundige eigenschappen 01 P3 02 P3 Oi O3 02 03 b a a d 02 P, O3 Px 02 Ox O3 O, c b -k b c 03 P2 Oj_ P2 O3 O2 Oi O2 a c c a Met toepassing van de betrekkingen (2), (3) en (4) vinden wij gi g2 a b g"2 gs b c g3 gi c a of wel gig2 gs a b c (7) waarmede de barycentrische coördinaten gevonden zijn. Aangezien de zijden van een driehoek zich tot elkander verhouden als de sinussen der overstaande hoeken, kunnen de barycentrische coördinaten ook als volgt worden geschreven gi g2 g3 sin A sin B sin C (8) Om de rechthoekige coördinaten van het middelpunt van den ingeschreven cirkel te vinden heeft men slechts de formules (5) en (6) te bezigen, en voor gt g2 en g3 (naar verkiezing) de waarden te substitueeren, welke in (7) of (8) zijn verkregen. Ook t.a.v. andere merkwaardige punten van den driehoek (mid delpunt omgeschreven cirkel, zwaartepunt, hoogtepunt, enz.) kan een soortgelijke berekening worden verricht. Dergelijke berekeningen (,,barycentrisch rekenen" genaamd) vereischcn een zekere mate van routine, gepaard gaande met wiskundige intuïtie. Ten einde den be langstellenden lezers, die zich hierin willen verdiepen, contrölemateriaal aan de hand te doen, laten wij hieronder eenige resultaten volgen. Men heeft voor het middelpunt van den omgeschreven cirkel gi g2 g3 sin 2A sin 2B sin 2C zwaartepunt id. =1:1:1 hoogtepunt id. tang A tang B tang C

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1939 | | pagina 30