223
op de juiste behandeling er van door het Lager Technisch Per
soneel,
i) bedrevenheid in het opmaken van eenvoudige certificaten en
landmeterskennissen, zoomede in de verwerking der gegevens van
staat 6,
k) voldoende kennis der wetten en bepalingen en der kadastrale
voorschriften welke met de reeds genoemde punten samenhangen,
om in eenvoudige gevallen zelf een beslissing te kunnen nemen,
1) voldoende inzicht in de financiëele boekhouding om in nood
gevallen (op kleine kantoren) deze gedurende korten tijd in
orde te kunnen houden,
m) ruim voldoende bedrevenheid in de Nederlandsche taal om zich
in eenvoudige kwesties op behoorlijke en zakelijke wijze, mon
deling en schriftelijk te kunnen uitdrukken, zoowel op particulier
als ambtelijk gebied,
n) voldoende tact en poids tegenover minderen in rang en het
publiek,
o) als laatste doch zeker niet als minste eischvoldoende inzicht
en bescheidenheid om moeilijke gevallen als zoodanig te kunnen
en willen onderkennen en bij den landmeter voor te brengen,
opdat geen kostbare tijd verloren gaat met overbodig of onnut
werk.
Practisch vormen deze werkzaamheden voor den ervaren land
meter het routine-werk, dat op den duur onze belangstellende aan
dacht niet wakker houdt en dat zeker ons leven niet kan vullen. Om
onze geest en belangstelling frisch te houden, hebben wij een flinke
dosis werk van hooger orde noodig.
Het begrip „routinewerk" is betrekkelijk en het komt mij voor
dat de assistent, in verband met zijn opleiding en algemeene ontwik
keling, in bedoelde werkzaamheden zeker geen routinewerk zal zien.
Hij zal er ruimschoots voldoende aan hebben om zijn belangstelling
en werklust gaande te houden, vooral wanneer hij in den loop der
jaren meer inzicht in zijn vak krijgt en daardoor moeilijker vraag
stukken meester kan worden.
Het spreekt vanzelf dat in principe de geschetste verrichtingen
permanent onder de supervisie van een landmeter moeten staan, om
dat in het kadastrale vraagstuk, op meestal niet vermoede plaatsen,
onverwachts moeilijkheden kunnen rijzen.