228 om den jongelieden binnen een redelijken termijn een gezond inzicht en practische bekwaamheid in hun vak bij te brengen. Indien er door het gewraakte systeem al successen in de meet briefproductie geboekt werden, zullen zij zonder twijfel klein en tijdelijk geweest zijn. Andere chefs, voornamelijk van grootere kantoren, hebben van hun assistenten min of meer perfecte meetbriefmachines gemaakt. Inderdaad is dit een stap in de goede richting, doch daarmede bereikt men ten slotte niet de gewenschte resultaten. Afgezien van de na- deelen, verbonden aan eentonig werk, ook voor betrokkenen zelve, vormen dergelijke eenzijdige krachten een handicap bij mutaties in de bezettingen van onze kantoren. Bovendien zal deze gewraakte specialiseering het inzicht in het meetbriefvraagstuk zelve, zeker nooit ten goede komen, omdat de eigenlijke functie van den meetbrief in kadastraal, agrarisch en staatsbestel een zoet geheim blijft voor zoo'n assistent. Op de kleinere kantoren kregen de jongelieden niet altijd meer inzicht en parate kennis, dan op de grootere, alhoewel er bij uitstek gelegenheid voor een gedegen opleiding was. Doch ook op onze grootste kantoren moet gelegenheid gevonden worden om een vrijwel all round middelbare kracht te vormen. Practisch alle kantoren in de Buitenbezittingen en vele op Java, tellen in hun bezetting slechts één landmeterkantoorhoofd. Op een dergelijk kantoor, vooral in de buitengewesten, moet de Chef her haaldelijk en vaak langdurig op reis en ook bij ziekte en verlof is een goede assistent noodig als vervanger, die het personeel tijdelijk leiden en de normale dagelijksche beslissingen nemen kan. Legio zijn de gevallen waarin een als „all round" gekwalificeerd assistent, op een druk klein kantoor geplaatst werd, omdat daar een goede middelbare kracht zeer noodig was, terwijl de Chef al spoedig tot de conclusie kwam dat de man meten noch kaarteeren kon en evenmin raad wist met het inboeken van aanvragen voor landmeterskennissen als met de oppervlakteberekening. Dit nu moet voorkomen worden. De practische vorming binnen een redelijken termijn, der assistenten zal in de toekomst de volle aandacht moeten hebben en de inspectie zal toezien dat zulks inder daad het geval is. Als verder bezwaar voor een juiste practische opleiding, wil ik vastleggen dat het de gewoonte was het gebruike leermateriaal bij het eind van den cursus in te nemen. Hierdoor ontbrak den goed-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1939 | | pagina 42