229
willenden assistent goeddeels repetitiemateriaal en den landmeter de
beoordeeling van wat wel en niet geleerd was, terwijl als pijnlijke
bij-omstandigheid er assistenten waren die gemakshalve stelden, in
zeer voor de hand liggende zaken, niet onderricht te zijn.
De verstrekking van volledig repetitiemateriaal en van de betref
fende lijst der dictaten, e.d. aan hun chefs, is dan ook urgent.
Sub C. De aanname-selectie.
Zooals bij de meeste opleidingen voor middelbare krachten, kan
ook voor de a.s. cursisten, het met goed gevolg afgelegd Mulo-eind
examen een basis zijn voor de opleiding.
Met het oog op den wiskundigen inslag van het geodetisch deel
van het vak, zal echter als eisch gesteld dienen te worden dat een
goed cijfer voor wiskunde behaald werd. Het verdient aanbeveling
ook vroeger behaalde cijfers na te gaan, opdat een wiskundigen aan
leg van den a.s. cursist gewaarborgd zijn.
Opgemerkt wordt dat bij het onderwijs aan den Cursus, althans
volgens de ervaringen der laatste jaren, op een bezwaar in de Mulo
opleiding werd gestuit, waarvan het naar voren brengen zeker noodig
isBij vele leerlingen werd een onvoldoende kennis, althans vermogen
tot geestelijke verwerking, van het in de meeste leerboeken gebruike
lijke Nederlandsch geconstateerd.
In deze meening sta ik niet alleen. Op het, in April 1936, te
Bandoeng gehouden Onderwijscongres verklaarde de Heer Groenen
dijk, Dir. der Neutrale Mulo te Djokja:
„De Muloleerling leert Hollandsch spreken noch schrijven;
„het Nederlandsch is geen basis voor zijn geheele ontwik
keling en handel en industrie die iets van het Mulo ver
dachten krijgen niets".
Dit is een verklaring die ik te ver vind gaan, doch als cri de coeur
van een vakman is zij hier zeker vermeldenswaard. Op dit congres
gaf ook Dr. Schouten een beschouwing over dit onderwerp, welke
zeer lezenswaard is en dieper en gedegener ingaat op de speciale
moeilijkheden welke de Muloleerlingen hebben bij het zich uitdrukken
in en begrijpen van de Nederlandsche taal. Doch ook zijn conclusie
is dat het goede Nederlandsch der leerlingen nog zeer veel aan gehalte
zou kunnen winnen, indien hieraan in Indië op de scholen meer tijd
en moeite zou kunnen worden besteed.
Deze mindere beheersching van het Nederlandsch, vallend buiten
het kader der hier gebruikelijke omgangstaal, uit zich op twee wijzen,