242
De maximum lengte van een voerstraal is voor alle gebieden 100
m. Slechts wordt geëischt, dat de nauwkeurigheid van de (enkel
voudig) met den meetveer gemeten lengten zal voldoen aan de voor de
betrokken gebieden gestelde normen. Deze lengte van 100 m is als-
volgt afgeleid
gebied
1
2 I
3
algemeene puntnauwkeurigheid m
3
6
12 cm
nauwkeurigheid van de door extrapolatie te bepalen
punten (loodlijnen, zijslagen) me=:
3.5
7
14 cm
m.f. der lengtemeting mj V al2 bl f a
}- waarbij -{
(1 in hm, mj in cm) J b
2
1.5
8
6
32
24
m +mi =m waaruit voor alle gevallen volgt: 1 rond 100 m.
1 O
Op dezelfde wijze zou de maximum zij slaglengte voor dbt te
berekenen zijn als de m.f. der lengtemeting hiervan bekend was.
Nemen we voorloopig de in de literatuur veel voorkomende waarden
aan
mj (Redta) 1/5000
mj (Wild I, Hildebrand) 1/3000,
die gelijkwaardig blijken te zijn aan meetveermetingen voor resp. de
gebieden 1 en 2, dan blijkt hieruit, dat enkelvoudige zij slagmeting
volkomen kan voldoen aan de gestelde nauwkeurigheidseischen.
Dubbele zij slagmeting moet dus uitsluitend als controle beschouwd
worden, voor de nauwkeurigheid is zij niet vereischt. Dat neemt
natuurlijk niet weg, dat, omdat deze meting even goed is als de
eerste, we in de berekening de resultaten zullen middelen.
Een beperking van de zijslaglengte tot 100 m is overbodig:
le. omdat slagen van 100 m hier te lande toch weinig zullen voor
komen,
2e. omdat de instructie dbt vooropstelt, dat alleen onbelangrijke
detailpunten enkelvoudig zullen worden aangesneden. Grensmerk-
teekenen zullen als regel dubbel worden aangesneden.
Bij dubbele aansnijding blijft er zelfs een zeer ruime marge over.
Men kan zelfs op 100 m nog een rich tings fout maken gelijk aan de
lengtefout (dus resp. 1,8 en 3,3 cm voor de gebieden 1 en 2) zonder
2 2 2