5 In het jaar 1915 werden de eerste pennevruchten van Van der Tas officieel gepubliceerd. Voor zijn „adepten" was de materie vol strekt niet nieuw; zij waren reeds tevoren ingewijd en zonder schok ken vonden de nieuwe werkwijzen alom toepassing. Daarna kwam een lawine van brochures, verhandelingen, beschouwingen, richtlijnen en voorschriften. Vrijwel geen onderdeel van het kadastrale vak bleek den „crack" Van der Tas te zijn ontgaan. Op velerlei gebied werd door hem een bepaalde systematiek ontworpenoveral stelde hij zich het vraagstuk voor oogen, hoe er met een minimum van arbeid de doelmatigste en betrouwbaarste wetenschappelijke resultaten konden worden verkregen. Goed doordacht was elk beginseltot in de fines ses toe was elk systeem verzorgd. „Wees nooit tevreden over jezelf", zoo sprak de man van voorbeeldige ijver en doorzettingsvermogen „zelfgenoegzaamheid is de grootste rem in het leven, die ons doet stilstaan, en stilstand beteekent achteruitgang of ondergang Een bonte mengeling van onderwerpen van uiteenloopenden aard is in zijn schrifturen verwerkt. Wij noemen b.v. de navolgende publi caties, die iederen landmeter bekend zijn 1. De Leer der Fouten (Elementair wetenschappelijke explicatie en oplossing van diverse landmeetkundige vraagstukken), een in 1900 verschenen leidraad voor de Gouvernements Landmeters in 1915 als inleidend leerboek voorgeschreven voor den Land meterscursus te Bandoeng. 2. De Polyederprojectie (Elementair gehouden wetenschappelijke verhandeling met practische toepassingen); verschenen in 1908; in 1915 als inleidend leerboek voorgeschreven voor den Land meterscursus te Bandoeng. Behalve deze officieele bescheiden heeft Van der Tas nog een drietal lijvige bundels aanteekeningen nagelaten, die thans in de bibliotheek van het Hoofdkantoor van het Kadaster zijn opgenomen. Zij bevatten o.m. „Een studie omtrent zonswaarnemingen", „Over polygoonmetingen, theo dolietwaarnemingen c.a.", enz. Hoogst merkwaardig is een map met notities, die het opschrift draagt: „Studie over schrijfmachines" Verscheidenen onzer zullen het zich nog herinneren, dat hij destijds ook beschouwingen heeft gegeven omtrent „Onderlinge afstanden en hoogten der drukletters op de plans" en „Uniformiteit van het rondschrift op de meetbriefkaarten". Wij maken hier terloops melding van, om sterk te doen uitkomen, hoe onze „technische kei" zich interesseerde voor vrijwel alles, wat maar eenigzins met het Kadaster in verband stond

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 12