9
VERSLAG OVER EEN PROEVE VAN LUCHTKAARTEERING BIJ
HET INDISCHE KADASTER.
In dit artikel zullen eenige resultaten gepubliceerd worden van
de lucht fotogrammetrische opname van de Poentjak-Pat jet-terreinen.
Vooraf gaat een korte beschouwing over opzet en doel dezer
proef-opname.
Medio 1937 werd door het Hoofd van het Kadaster in samen
werking met de Knilm besloten een proef-opname met luchtkaar-
teering voor kadasterdoeleinden te doen verrichten.
Als terrein voor de proef werd gekozen de in den loop der laatste
jaren ontstane nederzetting aan den Poentjak-pas, gelegen tusschen
Buitenzorg en Tjiandjoer, en wel een gedeelte van ongeveer 10 km
langs den weg van den Poentjak-pas tot aan Pat jet. De volgende
kenmerken deden dit terrein zeer geschikt voorkomen:
le. Aanwezigheid van een groot aantal eigendomsperceelen, welkev
uitgifte van vrij recenten datum was, zoodat aangenomen mocht
worden dat vrijwel alle grenssteenen nog intact aanwezig waren.
2e. Groote parcelleering en ver uiteen liggende bebouwing.
3e. Weinig begroeiing.
4e. Sterke geaccidenteerdheid. (Hoogste punt: 1472 m, laagste punt:
zt 1050 m). Zooals vanzelf spreekt moest deze factor bij een
proef-opname in Ned.-Indië niet buiten beschouwing blijven.
Het uitgezochte terrein behoort dus niet tot de dichtbebouwde en
waardevolle stadscomplexen, doch is een aardig voorbeeld van een
bergstadje, zooals deze zich in de laatste decennia in Ned.-Indië ont
wikkeld hebben.
Vermelding verdient nog, dat de perceelsgrenzen, door het groote
aantal grenspalen, als zeer scherp gemarkeerd kunnen worden be
schouwd.
Het Noordelijk gedeelte (tusschen KP. 19 en polygoonpunt 82,
zie triangulatie- en polygoonschetskaart op blz. 32) kenmerkt zich
door kombebouwingnaar het Zuiden (van pp. 82 tot pp. 262) is
hoofdzakelijk sprake van lintbebouwing.
Ten behoeve dezer opname werd in het geheele gebied -een ka
dastrale polygoon gelegd. Het lag nu in de bedoeling, dat
le. Van het Noordelijk gedeelte aan de hand van door het Kadaster
op te geven paspunten langs luchtfotogrammetrischen weg kaar
ten vervaardigd zouden worden op schaal 1 1000, waarop voor