11 Als meetinstrument werd gekozen de, thans in Ned.-Indië practisch voor alle kadastraal polygoonwerk ingevoerde Bosshardt-Zeiss Reduc- tietachymeter. De polygoonhoekmeting geschiedde in twee dubbelseries, de af standen werden viermaal, de hellingshoekcn tweemaal afgelezen. De lengtecorrectie van het instrument vond plaats op de basis aan het Koningsplein te Batavia, en wel vóór en na de meting. Van 9 zijden van het net werden astronomische azimuthbepalingen verricht met behulp van een Wild T2-theodoliet. De resultaten der meting waren: a) Hoekmeting: m.f. uit de rondrekeningen 18" aansluiting aan astr. az. 21 "5 vereffening 16"9 a) Astronomische azimuthbepalingen: De gemiddelde m.f. van 11 bepalingen (elk samengesteld uit 4 waarnemingen) bedroeg 5"5. c) Coördinatenvereffcning (v.z.v. betreft de rondrekeningen, in to taal 11 bedragend) Maximale sluitfout 0.09 m (op 1341 m) Som absolute sluitfouten 0.62 m (op 15080 m) d) Hoogtebepaling(eveneens uit de rondrekeningen bepaald) Soms totale hoogtesluitfouten0.27 m (op 15080 m). Voor de aansluiting aan het Topografische driehoeksnet waren in het net opgenomen negen tertiaire punten. De aansluitingsbere- keningen gaven echter de meest ontstellende resultaten, varieerend van eenige meters tot tientallen van metersVoor alle zekerheid wer den alle trekken, welke niet in rondmetingen voorkwamen, nog eens nagemeten, zonder dat echter noemenswaardige verschillen geconsta teerd werden. Daar dit resultaat toch nog wel zeer beneden de reeds laag ge spannen verwachtingen bleef, werd een onderzoek ingesteld naar de wijze van berekening dezer T.-punten. Deze bleek te dateeren van 1871, en zoo weinig vertrouwen te wekken (meetstaten waren in het geheel niet meer aanwezig) dat besloten moest worden tot een eigen triangulatie. Daar uitstel der metingen in verband met den regentijd, en ook anderszins, ongewenscht voorkwam, werden voor deze triangulatie geen al te hooge eischen gesteldzeer groote nauwkeurigheid werd bovendien niet noodzakelijk geoordeeld. De triangulatie was verdeeld in een primair, secundair en tertiair gedeelte. (Zie de schetskaart.)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 18