35 HET KADASTRAAL TARIEF. Kadastrale Nurksen zeggen wel eens, dat er geen vervelender kwestie denkbaar is dan het probleem van het Kadastraal tarief. Ieder landmeter moet dit tarief vrijwel dagelijks toepassen. Hij cal culeert voortdurend de geldelijke contraprestatie „Kadastraal sa laris" luidt het ambtelijke woord hetwelk den particulier in rekening moet worden gebracht voor de door het Kadaster verrichte werkzaam heden. Hij heeft zich daarbij strikt te houden aan de tariefordonnantie en raadpleegt in gevallen van twijfel zoo noodig nog de lijvige bundel wetsinterpretaties of aanvullingsbepalingen, die in den loop der jaren bij diverse losse dienstvoorschriften gegeven moesten worden. Vragen die hem daarbij bestormen zijn gewoonlijk: Wat is toch de essentie van het tarief? Zijn de cijfers willekeurig gekozen, of berust de heffing op grondslagen van billijkheid? Is het tarief duur of goed koop te noemen? Waartoe gaan sommige heffingen met gecompliceer de berekeningen gepaard? Kunnen de betalingen niet eenvoudiger geregeld worden? Enz. De perceeleigenaar, „slachtoffer" van het Kadastraal tarief, stelt zichzelf een soortgelijke vragenlijst en wij weten uit ervaring, dat menige tarief patient al te dikwijls (meermalen ongemotiveerd) zich geroepen voelt, om zijn grieven bij den Kadasterambtenaar naar voren te brengen. „Wij moeten reeds zoo véél betalen" luidt gewoonlijk de verzuchting, „een overschrijvingsbelasting van 5%, dure zegels en legeskosten voor de gerechtelijke akten, en alsof dat nog niet genoeg is, ondergaan wij nog een flinke aderlating bij het Kadasterkantoor, dat ons voor een landmeterskennis een velletje getikt papier op een zegel van 1.50 een prijs durft te vragen, die vaak tientallen van guldens beloopt. En dan nog die dure meetbrieven; de prentjes zijn inderdaad mooi, maar ze kosten ons wat!!" Inderdaad gaat het Kadastraal tarief vaak over de tong. Voor den particulier blijkt het Kadastraal salaris een uitgave te zijn, die tegenvalt of waar niet op gerekend was, en onwelwillend commentaar wordt alsdan volgaarne gegeven. De kadasterambtenaa^ is uiteraard verplicht om de reglementaire heffing op te leggen; hij doet het zon der het minste enthousiasme en stilzwijgend welt de gedachte bij hem op, dat een andere oplossing van het Kadastrale financieele vraagstuk hem zeer welkom zou zijn Het mag bekend worden verondersteld, dat er in de laatste jaren plannen werden gekoesterd, om te geraken tot een herziening c.q.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 46