36 nieuwe vaststelling van het Kadastraal tarief. Deze aangelegenheid is o.m. ter sprake gekomen, toen in 1935 ingevolge Regeeringsopdracht tot het ontwerpen van een nieuwe Overschrijvingsordonnantie moest worden overgegaan. Bij de samenstelling van genoemd ontwerp bleek de huidige Tarief ordonnantie (Staatsblad 1926 No. 144) materie te bevatten, die in de toekomstige Overschrijvingsordonnantie ondergebracht zou moe ten worden Publicatie van een nieuwe Overschrijvingsordonnantie c.a. zou derhalve een wijziging der Tarief ordonnantie impliceeren, zoodat automatisch laatstgenoemde ordonnantie speciale aandacht kreeg. Het tarievenvraagstuk stond zoodoende in het brandpunt der belangstelling en werd volledig onder de loupe genomen. Historische bescheiden werden geraadpleegd, de daarin opgenomen beschouwingen zorgvuldig ontleed en diverse gedachtengangen opgespoord, ten einde te kunnen geraken tot een bevredigende beantwoording van de vragen reeksWelke strekking heeft het Kadastraal tarief? Hoe is het tot stand gekomen? Wat is daarmede in den loop der tijden gebeurd? Hoe moet het in de toekomst zijn? Het zijn déze problemen, welke in het ondervolgende worden behandeld. Gemakshalve verdeelen wij de materie in een serie punten, waaraan wij nummers toekennen en die wij groepeeren zullen tot enkele hoofdstukken. Volledigheidshalve willen wij er aan herinneren, dat de Kadas trale dienst in het jaar 1872 (Staatsblad No. 19) werd ingesteld. In de daaraan voorafgaande periode waren de werkzaamheden, die een Kadastraal karakter droegen, opgedragen aan de z.g. Gouvernements Landmeters. Hun kantoren, alwaar het z.g. „Oud-Kadaster" verzorgd werd, kregen op sommige plaatsen den naam van „Kadastraal bureau" doch werden overigens „Gouvernements-landmeterskantoren" ge noemd. Genoemde functionarissen ontvingen voor de instandhouding hunner kantoren, archieven, enz. een maandelijksche geldelijke tege moetkoming van het Gouvernement, en waren daarenboven bevoegd om voor hun werkzaamheden ten gerieve van het publiek tarief in rekening te brengen op den grondslag van het bepaalde in de (sedert vervallen) Instructie Gouvernements Landmeters, Staatsblad 1837 No. 3de opbrengst kwam geheel ten hunnen bate. Zie o.m. artikel I 1 alinea (2) en 6.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 47