65
Slechts de levering aan den rechtverkrijgende door diens rechtsauteur
wordt door de overschrijving bewezen. En aangezien zijn voorganger hem
niet meer kan overdragen dan hij heeft, blijven de gebreken die het recht
aankleven ook na den overgang bestaan.
Een op dezen grondslag ingerichte grondrechtboekhouding geeft den in
geschrevene dus maar een zeer betrekkelijke zekerheid van recht.
Aan den anderen kant zijn tegen het positieve stelsel, hetwelk de vol
komen juistheid van de grondregisters aanneemt en den als rechthebbende in
geschrevene absolute bescherming tegen derden geeft, eveneens ernstige be
zwaren aan te voeren. Dit stelsel legt den overschrijvingsambtenaar een te
groote verantwoordelijkheid op. Op hem rust immers de taak om zich er
van te vergewissen dat de overschrijving rechtmatig is, onvolledigheid van
zijn onderzoek kan het verlies van het recht door den rechtmatigen
eigenaar ten gevolge hebben. Een ander bezwaar is het tijdroovend, indrin
gend en daardoor dikwijls hinderlijk ambtelijk onderzoek.
Het stelsel van de overschrijvingsordonnantie en van de Jogjasche regis
tratiewetgeving, hetwelk een tusschenstelsel is, dat men gematigd positief
zou kunnen noemen ondervangt op gelukkige wijze de hoofdbezwaren
van de beide eerder genoemde stelsels.
In dit systeem geeft de grondrechtboekhouding in zooverre geen absolute
bewijskracht, dat bij toewijzing van het recht door den rechter aan een
ander dan den ingeschrevene, de registers dienovereenkomstig moeten wor
den gewijzigd.
Echter wordt het aantal uitwijzigingen tot een minimum beperkt door
dat allerlei waarborgen zijn gesteld" tegen onrechtmatige overschrijvingen,
waarvan de voornaamste wel is het voorgeschreven ambtelijk ondezoek door
den grondregistratieambtenaar (overschrijvingsambtenaar) naar de recht
matigheid van de overdracht.
Dit onderzoek nu wordt ten zeerste vergemakkelijkt door de wijze
waarop de boeking plaats vindt. In Jogja wordt bij elke boeking in het
kort vermeld alles wat tot het perceel betrekkelijk is. Door kennisneming
van het laatste folio van het register en de voorgaande waarnaar verwe
zen wordt kan men gemakkelijk een inzicht krijgen in de „geschiedenis" van
het betrokken perceel.
Zie hiervoor: B. OckerseIn- en Overschrijving in Nederland en
Nederlandsch-Indië.
Krachtens artikel 11 lid 3 van Rijksblad 1926 No. 13 moet de regis
tratieambtenaar overschrijving weigeren indien hem niet voldoende is
gebleken, dat de verkrijger of pandnemer inderdaad zvettige rechten op
den grond heeft verkregen.
Artikel 19 (nieuw) o. v. o. zegt dat de bewijzen van gerechtigheid om
tot de overschrijving door de autoriteit voor welke de overschrijving
dient te geschieden moeten zijn nagezien en in orde bevonden, alvorens
de belanghebbenden daartoe worden toegelaten.