f
Ontvangsten
Aantal op
Aantal op
Uitgaven
voor meet
gemaakte
gemeten
brieven
meetbrieven.
perceelen.
1931
10073.—
289.50
192
806
1932
11157.—
6053.50
913
925
1933
10272
5591.50
1020
980
1934
12899.84
5502.50
916
844
1935
13089.22
5030.50
700
799
1936
14030.63
4841.76
980
853
1937
16026.38
5361.64
967
2296
1938
11463.53
5524.15
817
2114
De uitgaven voor de jaren 1937 en 1938 strekken dus gedeeltelijk voor
meetbrieven voor perceclen welke wel opgemeten zijn, maar waarvoor nog
geen landmeterskennissen werden opgemaakt.
In die jaren werden in totaal respectievelijk 1016 en 1595 meetbrieven
aangevraagd welke als volgt naar de verschuldigde meetkosten kunnen wor
den gespecificeerd
1937
1938
meetbrieven van
2.50
257
411
5.—
362
536
7.50
244
418
J> M
10.—
101
156
12.50
23
27
l>
15.—
10
20
20.—
7
11
27.50
10
8
35.—
2
6
tt
tt
40.—
2
74% der perceelen, waarvoor in 1937 en 1938 meetbrieven werden
afgegeven, hebben een waarde van meer dan dan 500,van 60% vari
eerde de waarde tuschen 500,en 2500,
Slotbeschouwing.
Het Grondregistratiebureau en het Inlandsch Kadaster zijn de eerste in
stellingen van dien aard, welke aan alle administratieve en technische eischen
voldoen.
Uit het voorgaande moge den lezer zijn gebleken dat de vraag of het
gestelde doel is bereikt, volmondig met ja moet worden beantwoord.
In deze bedragen zijn de inkomsten aan zegelrecht, welke de zelfbestu
ren worden uitgekeerd, niet begrepen.