88 Deze onevenredigheid zou gecorrigeerd kunnen worden, door het interval ruimer te stellen. Indien het gemiddeld bedrag dezer retributies onveranderd ge laten moet worden, zoo zal tegenover een lagere benedengrens dan 10.een opklimming tot een hooger bedrag dan 15.moeten staan. Door een laag tarief voor perceelen van geringe waarde zal wor den bereikt, dat de klein-grondbezitter met niet al te hooge kosten een rechtstitel op zijn perceel van geringe uitgestrektheid kan ves tigen 57). Voorts zal een kleine verhooging van het tarief voor dure gronden geen financieele bezwaren opleveren voor de betreffende eigenaren, aangezien de meetbrief tarieven aan den lagen kant zijn gehouden en nog altijd een aanzienlijken verliespost voor het Land beteekenen 58). 72. Een bedrag van d= 5.als minimumvergoeding voor meetkosten c.a. kan als een alleszins aanvaardbaar cijfer worden be schouwd. Hiermede zou de tariefschaal der meetbrieven met 10. aanvangen. Op grond van de overwegingen in de laatste alinea van punt 71, verdient het aanbeveling om die schaal geleidelijk te doen opklimmen tot het niveau der ordonnantie van 1926, waarna uiteindelijk het tarief voor de waardevolle perceelen boven het vigeerende dient uit te stijgen, ten einde achteruitgang in inkomsten te voorkomen. 73. Met vooropstelling van de in punt 72 neergelegde beginselen is de ondervolgende tariefschaal ontworpen 59), waarin meetbrief- 57Het is gebleken, dat 20.meetbriefsalaris (het momenteele minimum) voor den „kleinen man" een uitgave is, die niet in verhouding staat tot de waarde van zijn perceel. r>8) Zie punt 26. 59) Steekproeven, die met dit tarief te Batavia en Bandoeng genomen wer den t.a.v. 1800 meetbrieven, opgemaakt in de jaren 1936 tot en met 1939, deden een vermindering van de meetbriefinkomsten zien van 3%. Bij dit onderzoek werd ook met de tariefschaal naar den oppervlakte grondslag rekening gehouden (heffing naar den hoogstcn maatstaf; zie de punten 9 en 27). Hoewel dit percentage met een zekere mate van waarschijnlijkheid behept is, draagt het toch min of meer een toevallig karakter, aangezien het gemiddeld meetbriefsalaris voor perceelen 10 bouw gedurende de laatste jaren 2x/2% tot 4% wisselvallig is. De gemiddelde meetbriefprijs voor bedoelde perceelen bedraagt namelijk over geheel Nederlandsch- Indië voor de periode Januari 1934 t/m Augustus 1939 berekend 26,28 met de extreme waarden van 25,12 en 26,80.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 16