90
De retributies voor meetkosten c.a. vertoonen hier een interval,
waarin de grenswaarden 4.75 en 32.50 optreden 60).
Meetbrief tarief volgens oppervlakte-grondslag.
75. Oorspronkelijk werd, zooals de ordonnantie van 1881 doet
zien, het oppervlaktetarief voor de meetbrieven slechts toegepast voor
landerijen" 61een benaming die uit tariefoogpunt voor groote
grondcomplexen werd gebezigd, waartoe uiteraard cle erfpachts-
gronden behooren. De kostenberekening geschiedde naar den maatstaf
van 1.50 per hectare.
Wanneer een gemiddelde waarde van bedoelde gronden op 500.
per hectare wordt gesteld, bet eekent dit een retributie van 3°/0o> het
welk als heffing ineens" 62een zeer billijke vergoeding beteekent
ten opzichte van het tarief naar den waardegrondslag 63).
76. Koelieloonen e.d., welke op de meting van groote perceelen
vallen, kwamen ingevolge de ordonnantie van 1881 ten laste van be
langhebbenden. Dit beginsel is in alle volgende ordonnanties gehand
haafd gebleven.
In de afgelegen gebieden, waarin de onderwerpelijke perceelen
doorgaans gelegen zijn, is het koelievraagstuk namelijk verre van een
voudig, en de ondervinding heeft uitgewezen, dat de eigenaar of toe
komstige eigenaar van het zakelijk recht gemakkelijk eigen wefkkrach-
ten ter beschikking van den opmeter kan stellen, terwijl het aanstellen
van meetkoelies van Landswege, met groote moeilijkheden en onkosten
gepaard kan gaan (vervoer en huisvesting der koelies, opgevoerde
loonstandaard voor meegenomen werkkrachten, enz.).
Waar deze onkosten hetzij direct, hetzij indirect door be
langhebbende moeten worden betaald, verdient het alleszins aanbeve-
ö0) Zie bijlage III, waarin deze retributies grafisch zijn afgebeeld.
öl) Onder „landerijen" in den zin der ordonnantie werden verstaan stukken
grond met een oppervlakte van 35 hectare en meer.
62Zie de punten 49 en 50.
f?;') Den tijdsduur voor erfpachtsrechten op 75 jaar stellende, en in aanmer
king nemende, dat de kadastrale inschakeling voor kleine perceelen
gemiddeld om de 15 jaar geschiedt zie den voetnoot van punt 49
zou de registratie retributie voor groote perceelen, die ineens voldaan
moet worden, gesteld dienen te worden op 5°/oo der perceelswaarde,
waarbij dan nog geen rekening is gehouden met de vergoeding voor
meting, kaarteering en berekening, die daarenboven nog geheven zou
moeten worden. Blijkens het slot van punt 82 bedragen de betreffende
kosten 10.per omtrekkilometer.