97
uit te breiden, zat de uit de voorgaande beschouwingen tot stand ge
komen tarief schaal naar beneden moeten worden geëxtrapoleerd. Het
is duidelijk, dat in deze suppletoire schaal de drie retributies:
le. vergoeding voor de opmaking van het uit te reiken stuk
(administratieve retributie)
2e. registratie-retributie
3e. vergoeding voor meetkosten c.a.
verwerkt moeten zijn.
In de retributie sub 3e moeten, behalve de meet-, kaarteer- en
berekenkosten, tevens de koelieloonen e.d. zijn opgenomenzulks in
overeenstemming met het beginsel, dat bij het tarief naar den waarde-
grondslag is gehuldigd 82en in tegenstelling met het standpunt, dat
t.a.v. perceelen grooter dan 10 bouw is ingenomen 83).
91. Overeenkomstig punt 58 sub 2e en punt 70 sub 2e dient de
administratieve retributie op 5.— te worden gesteld.
Voor de registratie-retributie kan het in punt 86 aangehaalde
tarief van 1.75 per hectare worden aangehouden, terwijl de retri-
butieschaal voor meetkosten c.a. soortgelijk zal moeten zijn aan die
m.b.t. den waardegrondslag.
In overeenstemming met de cijfers, voorkomende op de lijst
van punt 74, zal ook hier de meetkostenschaal een benedengrens moe
ten hebben van =fc 5.en langzamerhand moeten opklimmen tot
een maximum, dat het bedrag van 32.50 niet mag overschrijden.
Ten slotte is het van belang, om de tarief cijfers van de te ont
werpen oppervlakteschaal te doen overeenstemmen met die van de
tariefschaal naar den waardegrondslag. Het oppervlaktetarief zal dus
de getallen 10.12.50, ƒ15.20.25.enz. moeten
bevatten 84).
92. Met vooropstelling van de in punt 91 neergelegde beginselen,
is de ondervolgende tariefschaal ontworpen, waarin de tarief cijfers
met 10.aanvangen en een bovengrens hebben van 40.
tarief 10.
1
Bij een oppervlakte van minder dan
200 m2,
vanaf 200 m2 tot minder dan
400
12.50
400
700
15.—
O
O
1000
20.-
1000
2000
25.—
2000
5000
<*0
3000
10000
35.—
10000 tot en met
70965
40.-
82) Zie den eersten zin van punt 72.
83) Zie punt 76.
84 Zie punt 73.