io.- 101 98. Bovenstaande tariefschaal impliceert de retributies, welke in ondervolgende lijst zijn gespecificeerd 9S). Oppervlakte adm. retr. reg. retr. meetkos- ten c.a. Totaal j 400 m2 f 5.- 0.50 4.50 400 m2 1000 5.— 0.50 7.- 12.50 1000 2000 5.— 0.50 9.50 15.- 2000 5000 5.— 0.50 14.50 20.- 5000 10000 5.- 0.50 19.50 25.— 10000 t/m 70965 5.— 2.- 23.- 30.— De retributies voor meetkosten c.a. vertoonen hier een interval, waarin de grenswaarden 4.50 en 23.optreden 99. De vloeiende overgang van de tariefschaal van perceelen van 10 bouw of minder naar die van perceelen met grootere uit gestrektheid, kan op gelijke wijze worden bewerkstelligd, als t.a.v. het groote landbouwerfpachtsrecht is tot stand gebracht 10°). Ook hier zal m.b.t. de perceelen, welke grooter zijn dan 10 bouw, een tarief minimum opgelegd moeten worden, dat 5.minder bedraagt dan het maximale oppervlaktetarief van punt 97. Het minimams alar is voor kleine landbouwperceelen, die meer dan 10 bouw oppervlakte omvatten, dient derhalve op 25.te worden gesteld. Slot volgt). L. F. L. BERGAMIN Mr. C. G. van HULS. 1 °8) De registratieretributie werd berekend naar den maatstaf van 0.50 per hectare, waarvoor gemakshalve een benedengrens van 1 hectare werd genomen. Voorts werd voor het laatste interval het doorsneebedrag van 2.aangehouden. Opgemerkt moge nog worden, dat het oppervlaktetarief in samen hang met het tarief naar den waardegrondslag moet worden toegepast (heffing naar den hoogsten maatstaf; zie de punten 9 en 27). Laatst genoemd tarief is in punt 73 te vinden; zie ook voetnoot 97. Zie bijlage VI, waarin deze retributies grafisch zijn afgebeeld. 10°) Zie de eerste alinea van punt 94.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 29