110 Vandaar, dat in de laatsten tijd van verschillende zijden de vraag naar voren is gekomen: of wij niet kunnen komen tot een tusschen- oplossing, althans in de stadsgemeenten, waar de kwestie het meest dringt? In de steden zijn de omstandigheden geheel anders dan op het platte land. Eenerzijds hebben daar de overheidsdiensten veel meer te maken met grondkwesties (verponding, rooiwezen, bouwtoezicht, stads- kaarteering, uitbreidingsplannen, kampongverbetering, enz.) ander zijds heeft men meer technische voorzieningen noodig dan te platten landeom in bevredigende mate bescherming van de Inlandsche grondrechten te kunnen verzekeren. Waarom zouden wij dus niet beginnen met een afzonderlijke re geling, speciaal voor de stadsgemeenten? Het is de bedoeling van dit prae-advies de mogelijkheid daarvan te besprekenalthans een inleiding" te geven voor een beraadslaging, om aldus de zaak aan het rollen te brengen. Schrijver dezes moge bij voorbaat de clementie inroepen van des kundigen, om mild te zijn in hun oordeel. Hij is geen jurist en even min theoretisch geschoold op het gebied van agrarische zaken en land meterspraktijk. Hij ziet de zaak slechts van den praktischen kant. Ter verontschuldiging worde verder aangevoerd, dat de schrijver niet zichzelf heeft opgeworpen als prae-adviseur over dit netelige onder werp, doch dat het Bestuur der Vereeniging hem daartoe heeft aan gewezen, omdat Magelang een der weinige gemeenten is, waar het Gemeentebestuur zoekende is naar een bruikbare methode welke bij verordening zal worden ingevoerd en waar men alvast begonnen is met het opmaken van „meetbrieven" voor Inlandsche bezit-percee- len. Overigens verkeert deze aangelegenheid ook te Magelang nog in staat van wording. De tijd heeft mij verder ontbroken, om een door wrochte verhandeling over de onderhavige kwestie op te stellen. De lezer zie in dit prae-advies dus niet meer, dan een bescheiden inleiding voor een nuttige beraadslaging. In het technisch orgaan van de Vereeniging voor Locale Be langen: „Locale Techniek", No. 1 van Jan./Febr. 1940 komt een artikel voor van den Heer A. Jonkers (controleur t/b agrarische zaken te Djocja), getiteld: „Verzekering van ïnlandsch Bezitrecht ter hoofdplaats Jogjakarta". In dit artikel waarvan ik lezing, in verband met de onderhavige kwestie, zeer moge aanbevelen heeft Wie b. v. leest „In- en overschrijving in Nederland en Nederlandsch- Indië door B. Ockers^ of soortgelijke verhandelingen, zal mij dat niet kwalijk nemen N.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1940 | | pagina 38