Jaargang 1940, 3ïl8LIOTK:«
K. en L.
DE REDTA ALS ZELFREDUCEERENDE DRADENAFSTAND
METER MET VERTICALE BAAK. V
Het komt wel eens voor dat men bij Redtadetailmetingen, buiten
de details noodig voor aanmeting van grenzen en bebouwingen, nog
meerdere detailpunten in de meting wenscht op te nemen, waarvoor
met een veel kleinere nauwkeurigheidsgraad volstaan kan worden.
Dit kunnen b.v. zijn details van meer topografischen aard, als rivieren,
waterloopen, voetpaden, kortom terreinvoorwerpen welke in hoofdzaak
als kaartillustratie zullen dienen. Verder, indien dit geval zich mocht
voordoen, de opname van detailpunten welke uitsluitend dienen ten
behoeve van hoogtemeting i.v.m. het vervaardigen van een hoogte
lij nenkaart.
In deze gevallen zou het onjuist zijn de nauwkeurige afstand
bepaling door middel van de horizontale baak te bezigen, welke, vooral
in begroeid en geaccidenteerd terrein, de gewone bezwaren van veel
kappen met zich mede brengt. Tot nu toe werd in deze gevallen dan
ook veelal de kijker gebezigd als Reichenbachsche afstandmeter, met
behulp van de op het diafragma geëtste afstandmeterdraden gecom
bineerd met de cm-verdeeling op de verticale standlat.
Het bezwaar van deze methode is, dat zij extra kantoorwerk met
zich mede brengt in den vorm van lengtereducties. Het lijkt mij daar
om niet ondienstig hieronder een werkwijze aan te geven, waarbij men,
met practisch hetzelfde meetwerk, dadelijk de gereduceerde afstanden
kan verkrijgen.
Deze methode berust in principe op het feit dat men de micro-
meterschroef voor de verticale fijnbeweging kan gebruiken als een
z.g. tangentenschroef, en wel op de wijze zooals deze bij de zelf-
reduceerende „contact"-tachymeters van Sanguet en Kern, en even
eens bij den tachymeter van
<A Szepessy, toepassing vindt.
In beginsel berusten deze
op het volgende.
Rij een zekere hellingshoek
«i zij A' de aflezing bij de
middendraad op een verticale
baak. Vergroot men de hel
lingshoek tot a2 dan zij de
daarbij behoorende aflezing
A". Nu is:
BA' BA"
tg ai tg «2
L L