114
opmetingsdiénst, onder leiding van een „beambte voor de stadsmetin
gen", bezoldigd volgens staat 19 der B.B.L. 1938 No. 4 (opnemer
's Lands waterstaat; 90.160.momenteel genietende
95.per maand. Hij wordt terzijde gestaan door 3 mantri-opnemers
en 2 mantri-teekenaars, benevens (momenteel) door wat tijdelijk per
soneel voor enkele speciale opnamen (1 opnemer en 2 mantri-tee
kenaars). In totaal geeft deze Gemeente in 1940 uit aan salarissen,
kinder- en transporttoelagen, instrumenten, schrijf- en teekenbehoef
ten, meetkoelies, enz., rond 6.500.waarvan 1.700.voor het
tijdelijke personeel voor speciale opnamen. (Het totaal van den Ge
wonen Dienst bedraagt rond 3 ton). Dit personeel voorziet volledig
in de behoefte aan stadskaarten en zorgt ook voor het regelmatig bij
houden daarvan (óók t.a.v. de bebouwingen). De nauwkeurigheid laat
niets te wenschen over. Alles is nog niet compleet o.a. ontbreken nog
enkele blokken langs den buitenrand der Gemeente, doch dit zal niet
lang meer duren. Behalve een overzichtskaart (met hoogtelijnen om
de 2^4 m) schaal 1 5000, bezit de Gemeente blokkaarten 1 1000
(eveneens met hoogtelijnen, nu om den meter), waarop alle wegen,
paden, gebouwen, paggers, waterloopen, enz., voorkomen (bij elk huis
is mede de hoofdingang aangegeven). Verder beschikt de Gemeente
reeds over een heele serie van detailplannen, ten behoeve van de erf-
en gevel rooi lijnen, bestemmingskringen, enz.hiermee wordt uiteraard
ook gewerkt voor de stadsuitbreiding, kampongverbeteringen, e. d.
Daarnaast is er een (belangrijke!) grondrechtenkaart, terwijl er voor
vele plaatsen in de gemeente zelfs reeds „ervenkaarten,, zijn samen
gesteld. Wil men niet noodeloos veel afkoopen, b.v. voor het ontwer
pen van nieuwe kampoengs of de intensiveering der bebouwing in
schaarsbebouwde kampoengs, enz., waarbij het noodeloos aansnijden
van erven vermeden dient te worden, dan is zulk een „ervenkaart"
onmisbaar.
Er is niet veel fantasie vereischt, om te begrijpen, dat er bij al
deze meterij heel veel aanraking bestaat met de bezitsrechten der
ingezetenen. Het opmeten van met Inlandsche rechten bezeten gron
den is dan ook aan de orde van den dag. Het is van belang in dit
verband mede het volgende te memoreeren.
Voor het verkrijgen van een bouwvergunning moet de aanvrager
overleggen een „situatie-teekening" van het perceel, waarop hij wil
bouwen. Dit is voor den kleinen man, die zelf bouwt, een zware eisch.
Om hem niet op kosten te jagen, is ingevoerd, dat hij zulk een tee-